In de spiegel van Gerard van Straalen zag ik de groeven in mijn gezicht toenemen. Van dichtbij zag Gerard mijn kruin dunner en dunner worden. Na 50 jaar moet ik afscheid nemen van mijn kapper.
Een kapper is toch zoiets als een dokter, een fysiotherapeut of een podotherapeut: er is fysiek contact en tijd voor een gesprek. Dat maakt dat mensen zich openstellen, een band opbouwen. Gerard (71) is nu uitgeknipt. Dat is toch even slikken.
Zijn voorganger was een tondeusetrimmer die welgeteld één smaak had: opscheren, van nek tot kruin. Na elke knipbeurt had ik precies hetzelfde kapsel als mijn vader. En ik wílde helemaal niet naar de kapper. Mijn helden waren Robert Plant van Led Zeppelin en Roger Daltrey van The Who, met hun krullende haardos tot ver over de schouders. Mijn ouders vonden dit geen ‘vrucht van de Heilige Geest’ en moesten hier niets van hebben. En dát terwijl Jezus in elke kinderbijbel stond afgebeeld met precies dezelfde haardracht.
Met Gerard had ik een ‘partner in crime’. Hij knipte me elke keer een fractie minder kort. Erg succesvol was het niet: toen ik eindelijk wat beatlehaar begon te krijgen, was lang haar al uit de mode. Ook had ik een tijdje het verknipte idee dat ik mijn haar zelf wel kon bijwerken, waardoor ik ver voor de pandemie al rondliep met een ‘coupe corona’. Midden jaren ’80 nam ik een foto van David Bowie mee. Zo wilde ik het. De waterstofperoxide deed ik er zelf in.
Gerard had ook zelf ideeën voor coole coiffures. Zo had hij ooit een jongen van een jaar of 18 in de stoel. Leuke kop, maar zijn kapsel sloeg nergens op. Een puberaal naar voren gekamde pony die pijn deed aan de ogen. Maar Gerard zag de potentie.
‘Heb je verkering?’, vroeg Gerard.
‘Nee’, zei de jongen. ‘Helaas niet.’
‘Weet je wat,’ zei Gerard, ‘laat mij voor deze ene keer mijn gang gaan, dan zul je eens zien.’
De jongen ging met een gloednieuwe look de deur uit. De volgende keer had hij verkering; het eerste weekend na zijn kappersbezoek was het al raak.
‘Leuk man,’ zei Gerard. ‘En wat doen we nu?’
‘Doe maar hetzelfde als de vorige keer.’
Via de spiegel hadden we geanimeerde gesprekken, over politiek, literatuur, muziek. Zo is Gerard al jaren betrokken bij de plaatselijke D66-afdeling – Sigrid Kaag vindt hij ‘de beste minister-president die we nooit hebben gehad’. En meermaals liep ik na een knipbeurt direct naar de boekwinkel om op aanraden van Gerard Pieter Waterdrinker (Tjaikovskistraat 40) of Jonathan Franzen (Kruispunt) te kopen.
Het nummer Don’t let be misunderstood duurde een hele plaatkant. Ik zie hem nog dansen op de betonnen dansvloer, meer dan een kwartier lang, in zijn eentje.
Ook zijn muziekkeuze was niet bepaald Middle of the Road. Geen Chirpy Chirpy Cheep Cheep, maar Patti Smith, Nick Cave, Joni Mitchell. Ik herinner me een jeugdfeest in een garage. Gerard had een LP van Santa Esmeralda meegenomen. Het nummer Don’t let be misunderstood duurde een hele plaatkant. Ik zie hem nog dansen op de betonnen dansvloer, meer dan een kwartier lang, in zijn eentje.
Eind jaren ‘70 kwam hij ineens op de proppen met Stomu Yamasth’ta. Deze eigenzinnige Japanse percussionist vormde een ‘supergroep’ met de uit Traffic afkomstige Steve Winwood, synthersizerpionier Klaus Schulze en snarenvirtuoos Al Di Meola.
Gerard vond ook altijd ruimte om te relativeren. Klimaatcrisis? Laten we kiezen voor kernenergie, dat is schoon. Maar het kernafval dan? Dat schieten we de ruimte in. Dan liep ik toch goedgemutst de kapperszaak uit, er was nog hoop, dat klimaatprobleem gingen we oplossen.
Er is een einde gekomen aan onze ‘haarband’, ik moet op zoek naar een andere kapper. De gesprekken zullen anders zijn. Ik verwacht niet dat mijn nieuwe kapper zegt: ‘Oké, dus zijkanten kort, bovenop wat meer textuur. En trouwens, heb je die waanzinnige solo van Al Di Meola op die live-plaat van Stomu Yamash’ta nu eindelijk al eens beluisterd?’
Ben Tekstschrijver
Je kapper, de man van de bloemenkiosk, de collega waar je al jaren zo vertrouwd mee bent – sommige mensen behoren tot het meubilair van je leven. Tot ze vertrekken of ermee ophouden. Denk jij hierbij aan een speciaal iemand? Kortom, wie is jouw Gerard?
Bijna 1000 vaste lezers gingen je voor.
Ben Tekstschrijver blogt ook op Zorgkaart Nederland, Mijnkwaliteitvanleven.nl, Taalvoutjes (Paus op non actief I Pferdreiten), Schrijven Online, D!scura, Nijkerk Nieuws en Aanlegplaats: thuishaven voor blogs vol literair talent en ook op Aanlegplaats: Ben de Graaf, het interview en De vangst van Ben de Graaf.
Ja wat is dit slikken, Ben! Geen Van Straalen Kappers meer in Hoevelaken…
Mijn ‘Gerard’ heet Ria. Met haar heerlijke sierlijke vingers heeft ze gisteren nog mijn haar gedaan. Pure verwennerij. Mijn wensen variëren niet zoveel. De lengte behouden, was het deze keer, want ik wil mijn haar op zolder tijdens de musical ‘As it is in Heaven’. Curtain bangs en een klein kort plukje van voren om die ver naar achteren liggende haarlijn wat te nuanceren. Ria voelt het altijd aan en kent mijn haar intussen zo goed dat ze precies weet wat ‘zit’ en wat niet.
En dan die prachtige salon. Ik ben gek op dat spiegeleffect. Op de kerstboom in december. En op de creatieve etalages die Gerard zelf inricht. Ik verwonder me steeds weer over wat hij op zolder moet hebben liggen.
Ik kan nog niet geloven dat dat allemaal weg gaat… Hoevelaken wordt er een stuk minder kleurrijk en vrolijk door.
Een curtain bang, daar heb ik het met Gerard nooit over gehad. Ik moest even internet op om te ontdekken wat een curtain bang is. Het is – lees ik – een pony die het gezicht aan beide kanten omlijst.
Een goed geknipte curtain bang zorgt voor een delicate en charismatische uitstraling.
Dus Ellie, ik snap dat je voor deze pony kiest 😉
Net als bij Ellie Boot heet mijn “Gerard” ook Ria. Altijd fijn geknipt en gestyled, dus een flinke klus om een andere kapper te vinden. Voor mij vergelijkbaar met het zoeken naar een andere huisarts of tandarts: iemand die wel bij je moet passen, waar je een klik mee moet hebben. Ik wens alle Van Straalen-klanten veel succes bij het zoeken naar een nieuwe kapper!
En de Wiekslag wordt alsmaar leger en ongezelliger…..
De Wiekslag, ja hou op, zullen we dat dan maar een ‘kaalslag’ noemen?
Ben, wat heb je weer een leuk en zeer herkenbaar stukje geschreven! Mijn Gerard heet Jeanet, ook al jaren werkzaam bij de kapsalon van Gerard en Ria. Heel spijtig dat ze ermee “kappen”. Ik ga ook al jaren mee en kwam als jong meisje bij de ouders van Gerard die kapsalon hielden op een daarvoor ingerichte (slaap)kamer op het Kastanjelaantje. Toen Gerard de zaak van zijn ouders overnam ben ik natuurlijk meegegaan. Ik ga ze missen, na meer dan een halve eeuw bij hun geknipt en gekleurd te zijn. Uiteraard gun ik ze een fijne en ontspannen tijd nu ze met pensioen gaan!
Jij kwam net als ik dus ook al in hun rijtjeshuiszaak op de Kastanjelaan. Onze ‘haarband’ met de Van Straalens is vergelijkbaar.
Toevallig heb ik vandaag precies over een week een afspraak met “mijn” kapper. Dat wordt het derde bezoek sinds de tondeuse van mijn lieve moeder het begaf en ze zei: “Nu ga je maar naar een echte kapper!” Jarenlang heeft ze me (gratis) geknipt en praatten we ondertussen bij.
Over vertrouwde bezoeken gesproken, de tandarts die ik al ruim dertig jaar heb – nog steeds in de plaats waar ik ooit woonde, op 70 kilometer van huis – is momenteel ernstig ziek. Bij het eerstvolgende bezoek zal een ander in m’n mond werken. Ben benieuwd of me dat bevalt. Echte gesprekken met een tandarts heb je niet, maar vertrouwen in hem of haar des te meer.
Ik heb zo’n vermoeden dat áls je tandarts een gesprek met je begon, je er met open mond naar hebt geluisterd.
Mijn Gerard heet Niki. Onze dochter die de kappersopleiding ging doen na een te ingewikkelde havo.
Ineens ging ik van interessante gesprekken met een externe kapster, hoofdmassage’s lekker twee uur voor mezelf, naar proefkapsels, en m’n haar in de gootsteen.
M’n moederhart deed het met plezier en de verwenuurtjes ging ik anders regelen. Die wasbak met bijbehorende rugverstramming nam ik maar voor lief.
Ondertussen heeft ze het kappersvak aan de wilgen gehangen en is ze vers van de pers social worker. De interessante gesprekken vond ze leuker dan het knippen zelf.
Voor familie en vrienden pakt ze nog zo af en toe de schaar.
En nu ik de haarverf aan de wilgen heb gehangen blijft de rug ook soepeltjes. 🙂
Ik heb je voor de tent op Camping Cupido regelmatig in de meest gekke bochten zien wringen. Jij noemde dat yoga-oefeningen. Ik vermoed dat dit ook een reden is dat je rug ‘soepeltjes’ blijft.
Wat een rake tekst — hij schiet recht het hart in. Iedereen kent wel een “Gerard”: iemand die zó vanzelfsprekend in je leven aanwezig is, dat je bijna vergeet hoe waardevol die aanwezigheid eigenlijk is. Tot het moment komt dat ze wegvallen — en je pas echt voelt wat ze betekenden.
Gelukkig zijn mijn “Gerards” er nog. Ze lopen nog steeds door mijn leven, vaak op de achtergrond, maar onmisbaar. En juist daarom heb ik nog de kans om iets terug te doen. Een klein gebaar, een onverwacht bedankje, of simpelweg zeggen: “Ik zie je. En ik waardeer je.”
Je verwoordt precies wat als dieper laagje onder dit blog zit. En jouw tip is mooi: wees je bewust van de Gerards in je leven zolang ze er nog zijn. Laat je waardering blijken. Denk eens aan een klein gebaar, een onverwacht bedankje. 👌
Als ik het me goed herinner, had hij (met zijn zus?) eerst een kapperszaak aan de Kastanjelaan..
Klopt. Zijn ouders zijn daar – in een gewoon rijtjeshuis – de kapperszaak begonnen. Daar is Gerard ook gestart met knippen. Toen kwam ik al bij hem.
Ik ben daar ook nog geweest, Gerard’s ouders, zus Annette en Anke. Ook broer Theo, maar die knipte niet geloof ik?
Kappersafdeling was toch op 1e verdieping? Gerard alle goeds gewenst, het blijkt na zoveel jaar, dat je er geknipt voor was 😜👍🙋♂️
IJdeltuit.
Mijn opa was herenkapper in mijn geboortedorp. De stamtafel met wachtenden was altijd goed gevuld. De kennis die hij opdeed door zijn oren tijdens het knippen open te houden bracht hem, zo begreep ik jaren later, ook in contact met sommige dames, tot ongenoegen van mijn oma. Ook ik heb me een tijd door Gerard laten knippen, die ook altijd zijn oren open had (wat verder natuurlijk niets hoeft te betekenen) en zijn mond niet dichthield, en dat kwam mijn kennis over het dorp en de dorpspolitiek, waar ik weinig van wist, ontzettend ten goede. We zijn beiden muziekliefhebbers dus ook dat klikte. Ik durf hier en nu, te laat dus, wel op te biechten dat het een combinatie van ijdelheid en een onwillige krul was dat aan onze fijne relatie vroegtijdig een einde kwam. De wijze waarop de kapper van mijn lief, waar ik door toeval eens belandde, die krul de nek omdraaide beviel mij (en mijn lief) beter en ik verliet Gerard. ‘Alles is ijdelheid en najagen van wind’ (Prediker), en nu ik het verhaal van Ben lees weet ik nu wat ik al die jaren gemist heb en wat ook ik nu definitief moet missen. Een herkansing is er niet. Ik kan wel janken.
Ik denk dat je oma nog van geluk mag spreken dat je opa geen dameskapper was…
Hallo Gerard,
Wat leuk dat ik al die leuke commentaren op jou stoppen heb mogen lezen.
Tot mij vertrek uit Hoevelaken was jij mijn vaste kapper, en nu kom ik weer terug naar Hoevelaken en stop jij ermee.
Maar eerlijk is eerlijk, jij hebt je rust meer dan verdiend en ik hoop dat jij ervan zal genieten samen met Ria.
Hartelijke groet, het ga je goed
Jan Budding
Bedankt Gerard! We hadden altijd leuke gesprekken en met een mooi eindresultaat! Geniet van jullie welverdiende pensioen!!
Fantastische kappers en lieve mensen – ga ze missen!
Grappig om te lezen. Als kind ging ik ook altijd naar Van Straalen op de Wiekslag. Later naar een andere kapper bij de kerk, omdat die goedkoper was.
Maar in mijn beleving zat Gerard er toen al heel lang, maar eigenlijk was hij toen dus net begonnen.
Zo leer je nog eens wat.
Gerard en Ria, geniet van jullie welverdiende pensioen. Thanks.
Alweer een trefzeker verhaal, Ben. Je inspiratiebron lijkt mij onuitputtelijk. Wat de kapper betreft moet ook ik bekennen, dat ik hem ontrouw geworden was. Niet vanwege zijn kwaliteit, want die is onbetwistbaar. Maar wel omdat mijn vrouw de schaar handig hanteert. Het voordeel is dan namelijk, dat je geknipt kunt worden op de gekste momenten van de dag of desnoods de nacht. Bovendien is haar tarief aanmerkelijk aantrekkelijker. Het sterke van Van Straalen vond ik vooral zijn belezenheid. Ik herinner me van vroegere kappers, dat het gesprek niet dieper ging dan het weer, de voetbal of hooguit een beetje politiek. Met zijn muziek heb ik weinig, maar zijn kennis van lectuur en literatuur is bewonderenswaardig groot. Het afscheid nemen neemt in Hoevelaken inmiddels groteske vormen aan. Huisarts Frans van der Velde wordt node gemist en tot mijn grote spijt is ook mijn favoriete tandarts Frans Hulshof gestopt, hoewel absoluut geen kwaad woord over de praktijk Van Zalingen. En tot slot heeft ook het afscheid van de boekhandel een gat in het hart van Hoevelaken geslagen. Enfin, het leven gaat door en er spelen zorgelijker ontwikkelingen op het wereldtoneel.
Ken je de uitspraak: wees aardig voor je kapper, want die kan je zelfvertrouwen in een kwartier tijd voor een half jaar ruïneren.
Jij bent natuurlijk altijd aardig voor je vrouw geweest, daarom is het met dat knippen ook goed gegaan.
Met een kapper als in- dan wel uitlaatklep heb ik het nooit zo getroffen. Mijn vader was zelf kapper en deed volgens mij niets liever dan zijn ‘jaren-zestig-en-doet-alles-wat-god-verboden-heeft-zoon’ af en toe eens stevig met de schaar onder handen te nemen. Al haalde hij er de heilige geest dan niet bij. Heel veel later trof ik een kapster die mij probeerde te overtuigen van de complottheorieën van ene meneer Engel en daardoor niet ik, maar zij zelf helemaal van het padje raakte. Mijn laatste aanwinst is iemand die constant aan het woord is over ‘Hart van Nederland’, het laatste nummer van Roxy Dekker en haar vakantie naar een camping in Torremolinos, waar naast pannenkoeken, bingo en gevulde koeken ook een jaarlijkse André Hazes look-alike wedstrijd op het bedenkelijke menu staat. Dus knippen, scheren, je mond houden en vooral snel wegwezen.
Als mijn vader mijn haar te lang vond worden, stuurde hij me naar de kapper. Als ik weigerde, dreigde hij wel eens het er in mijn slaap af te knippen. Anders dan jouw vader was mijn vader geen kapper, dus dat risico nam ik maar niet…
Leuk stukje, Ben. Mijn dunne plekken begonnen al rond mijn 23e. Ik ben nu 58 en het is al lang onbetaald parkeren. Een tijdje van die flappen in mijn nek gehad. Die knipte ik zelf bij. Nu zet ik al heel lang zelf de tondeuse erop en vraag dan aan mijn vrouw of het goed is. Zelden dat ze ingrijpt. Ik heb er nooit problemen mee gehad. In tegenstelling tot wijlen mijn vader. Je kent dat wel. Zelfde kapsel als ik, maar hij kamde zijn haar over zijn kale kop. Geen gezicht!
Knip knip knip
Kijk maar niet zo sip.
Wees maar dapper
bij de kapper.
Knip knip knip
Willem Wilmink
Ach ja, naar de kapper.
Prachtig dat je Willem Wilmink in je reactie opvoert. In het gedicht Villanelle van Tom Bezemer staan de volgende regels over een kapper. Ook leuk, vind ik.
Een scheiding wordt door hem niet snel ontweken
Hij doet het enkel en alleen met haar
Valt niettemin op mannen. Geen bezwaar
Zo’n kapper kan een fors taboe doorbreken:
Nogal verknipt, dat lijkt me zonneklaar
Hij doet het enkel en alleen met haar
Super leuk stukje Ben over een memorabele kapper die met je verbond (als je daar zin in had).
25 jaar (-2jr🤨) iedere 3 wk geknipt en wat hadden Gerard en ik altijd leuke gesprekken over politiek en de wereld, maar altijd interessant. Tevreden ging ik weer naar huis met mijn grijze coupe.
Je brengt toch ik weet niet hoeveel uur samen door en dan realiseer je opeens dat dat nu voorbij is. Op zoek naar een nieuwe Gerard lijkt voorlopig kansloos.
Een nieuwe kapper vinden zal nog wel lukken, een tweede Gerard vinden is kansloos.
Ik was geen vaste “knipgast”, lang geleden voor het laatst geweest. Ik wens jullie nog veel mooie, gezonde jaren toe. Jammer, weer een stukje Hoevelakense historie, waar de herinnering van overblijft.
Verknipt
Mijn kapper heet Peter. Ik heb hem sinds de coronatijd. Hij doet precies wat ik wil!
Bijna altijd coupe kort gedekt.
Maar soms gaat dat bij het begin direct fout. Met als gevolg een soort gemaaid pad door de weide. Dan maar verder maaien en de ingeslagen weg volgen!
Als een persoon met een wat gezet figuur, met zo’n zelf geknipt kort koppie, is dat mensen mij soms peinzend aankijken en vervolgens vragen: ben je afgevallen?
Met alle creatieve kapsels die ik tegenwoordig op een voetbalveld zie, zou een coupe ‘Gemaaid Pad door de Weide’ ook best een optie kunnen zijn.
Mijn kapper heet Melissa en is iets in de dertig. Een mooie vrouw, volslank, honingblond, ’n vriend en twee kindertjes, een jongen en een meisje die naar de modieuze namen Dylan en Zoë luisteren. “Bob Dylan?” waagde ik toen ze dat vertelde, maar nee: ze vond het gewoon een mooie naam. “Is dat niet die ouwe rocker?” vroeg ze nog, “Waar nu een film over is gemaakt?” Over Zoë heb ik maar gezwegen, die staat -geloof ik- in de top tien van meest gewilde meisjesnamen.
Melissa gaat niet diep maar is evengoed reuze amusant. Ze weet alles over Rob de Nijs, André Rieu en André Hazes. Afgelopen week bezocht ik haar en ze kreeg de tranen in de ogen toen we het over het overlijden van Rob de Nijs hadden, ook al was dat meer een zanger uit mijn tijd. Melissa heeft over veel zaken een uitgesproken mening, ook politieke en maatschappelijke. Daarbij niet gehinderd door enige nuance maar ze brengt haar statements kleurrijk en met verve. Ze kan ook streng zijn. Ik laat mijn haar nu ‘in een bob’ groeien maar ik wil te snel. ‘Van achteren knip ik niks’, zei ze, ‘want daar zitten twee kruinen (mijn god, weer wat geleerd) en daar moet het haar overheen groeien’. Oh…Ik deed er deemoedig het zwijgen toe want geen expert over mijn ‘van achteren’. Ze vindt het altijd leuk om te horen over de boerderij en de dieren maar zou er zelf niet dood gevonden willen worden. Op mijn zwakke verweer over rust en ruimte kijkt ze me altijd meewarig aan, want ja ik ben een oud wijf natuurlijk met anderhalf been in het graf. Dat zal ze natuurlijk nooit en te nimmer zeggen maar die ogen in de spiegel zeggen genoeg. En ja, d’r zit wat in, toch?
Een oud wijf met anderhalf been in het graf, maar wél met twee kruinen, en dat kan niet iedereen zeggen. Jij hebt gewoon een reservekruin voor het geval er één uitvalt. Dus ik zeg: tel je zegeningen.
Klasse Ben, iets afsluiten gebeurt natuurlijk regelmatig maar sommige verdienen een moment van extra aandacht, een standbeeld (laten we het maar figuurlijk houden)..
Martha is mijn Gerard.
Zij had een kapperszaak in mijn dorp. Alle dames kwamen er naar buiten als destijds koningin Beatrix. Ze zagen er niet alleen zo uit maar straalde ook zo. Mannen daarentegen werden zeer gevarieerd gekapt. Jaren, stempelkaartjes volgemaakt voor een flesje shampoo. Zij knipte het beste van allen.
Daarnaast speelde ze trekzak en we hebben jaren een band ‘Kuzkoes’ gehad. In die tijd kreeg ze borstkanker, behandeld en weg gebleven. Daarna nog een hersenbloeding, hiervan ook hersteld. Toen werd het tijd om de zaak te verkopen.
Ben nog wel eens naar de nieuwe kapper geweest, maar de ziel is weg daar voor mij.
Ga nu 1 keer per jaar ergens heen waar geknipt wordt. Martha zie ik nog regelmatig, tot mijn geluk.
Misschien wil Gerard ook nog wel eens een ‘koffietje’ met je doen.
In blijde verwachting voor je volgende blog herlees ik deze nog maar eens.
En is het nog gelukt om met je stempelkaartjes een gratis flesje shampoo te scoren?
Ben, ik zal het maar bekennen, als iemand zo’n mooie blog over je schrijft gebeurt er wat met je: het streelt het ego.
Zelf speel je ook een rol in dit verhaal, een afspraak met je kapper is toch een soort bondje, jij geeft je over en ik mag mijn vak uitoefenen.
Als er dan wat wisselwerking is maakt dat het wel wat aangenamer, wij hadden dat, voldoende gespreksonderwerpen, de wereldproblemen een beetje relativeren, wat luchtigheid erin, door jou weet ik wat een zkv’tje is en volgens mij tipte jij Jonathan Wilson “Fanfare” een geweldig album.
We zien elkaar ongetwijfeld nog wel in dit dorp, dus af en toe nog eens wat tips uitwisselen kan nog steeds.
De afsluiting van je blog met de vraag zijn er nog meer Gerards leverde mooie reacties op, fijn dat er meer van dit soort bondjes zijn .
Geweldig dat je ook zelf reageert. De plaat Fanfare van Jonathan Wilson zou heel goed van mij af kunnen komen, de cd staat hier in ieder geval op de plank.
En we blijven elkaar zien in ‘het dorpse’, van een ‘permanente scheiding’ is geen sprake. Dat maakt het afscheid minder wrang.