Het moest er een keer van komen. Dat ik het zou moeten hebben over de woordenwirwar van Johan Cruijff.
De aanleiding is een interview in 2013 van Johan Derksen met de legendarische nummer 14. De ‘man met een mening’ beperkt zich in dit gesprek tot kritiekloze voorzetjes die Cruijff alleen maar hoeft in te koppen. Ook hoor ik Derksen nooit zeggen: ‘Maar beste Johan, wat bedoel je nu precies?’ En daar is alle aanleiding voor.
Stel, je hebt gevoetbald bij Ajax en samen blikken we terug op jouw sportieve leven. Ik vraag: ‘Je hebt nu de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, hoe bevalt dat nu?’
Daarna geef jij als antwoord: ‘Gepensioneerd kan je zeggen ben je al heel lang, als je het voetbal als uitgangspunt neemt. Sinds 1996 heb je dus geen club, met andere woorden, je doet dus niets in het voetbal, ofschoon je natuurlijk op een heleboel manieren wel wat dingen doet en wat vaak met heel normale sociale dingen te maken hebben, maar wel vanuit een sportgedachte.’
Huh?
Ik doe een volgende poging: ‘Hoe krijgen we het niveau van ons voetbal nu beter?
‘Het gaat niet om het passeren van iemand, het gaat erom dat als je iemand gepasseerd hebt, dat je dan chaos creëert bij de tegenpartij, dus ze moeten zich aanpassen en uit die aanpassing kan jij weer je voordeel halen, dus het gaat in de algemene ontwikkeling, laten we het zo maar noemen, waardoor er iets gebeurt en waardoor je de spelers moet hebben om dit te laten gebeuren.’
Nu wordt het me toch iets te gek. ‘Eh…, wat bedoel je nu precies?’
‘Bijvoorbeeld als ik jou vraag te laten zien wat je kan, zou je laten zien wat je kan. Maar dan weet ik meteen ook wat je niet kan, want dat laat je niet zien.’
‘Bijvoorbeeld als ik jou vraag te laten zien wat je kan, zou je laten zien wat je kan. Maar dan weet ik meteen ook wat je niet kan, want dat laat je niet zien. Dus het is vrij gemakkelijk om ergens naar te kijken. En als ik de proef op de som wil nemen, dan verzin ik een oefeningetje en dan zeg ik: laat nou es zien wat ik denk dat je niet kan, dan weet jij het ook meteen.’
‘Wat weet ik dan meteen?’
‘Nou ja, hoe je het ook draait of keert, het is net zo lang als dat het breed is.’
‘Oké, nou laat maar. Even iets heel anders. Wordt het nog wat met Ajax?’
‘Je begint elke wedstrijd elf tegen elf en als jij elf hele goeie heb, dan win je de wedstrijd. Mensen verklaren ons misschien voor gek dat we met Ajax terug willen naar de top, maar je bent altijd gek voordat je een genie bent!’
Als jij dit allemaal als antwoord had gegeven, zou ik niet meteen de indruk hebben gehad in gesprek te zijn met een toekomstig genie.
Ben Tekstschrijver
Bijna 1000 lezers gingen je voor.
Ben Tekstschrijver blogt ook op Zorgkaart Nederland, Mijnkwaliteitvanleven.nl, Taalvoutjes (Paus op non actief I Pferdreiten), Schrijven Online, D!scura, Nijkerk Nieuws en Aanlegplaats: thuishaven voor blogs vol literair talent en ook op Aanlegplaats: Ben de Graaf, het interview en De vangst van Ben de Graaf.
Leuke blog!! Ik vind de uitspraak van Richard Jongsma ‘Als het kalf verdronken is, troost men de koe’ heel erg leuk. Hij zond deze uitspraak in naar aanleiding van een oproep van VI in 2006 om Cruijff naar de kroon te steken.
Ik denk dat je niet gek bent voordat je een genie bent. Je bent een genie omdat je gek bent. Je bekijkt de wereld juist op een totaal andere manier. ‘Normale’ mensen kunnen dat niet. Dus je moet wel gek zijn om een genie te zijn. Da’s logisch!
Waar haal jij je inspiratie toch altijd weer vandaan? Nu weer zo’n dolkomisch duo als Johan en Johan! Alleen was het geen cabaret, maar dat doet aan de hilariteit van de dialoog niets af!
Herinner jij je nog die film uit het einde van de jaren zeventig, waarin Peter Sellers en Shirley MacLaine de hoofdrol speelden? De stokouwetjes onder je bloglezers zullen zich zeker de film ‘Being there’ herinneren. Gebaseerd op het gelijknamige boek van Jerzy Kosinsky (je weet wel, die van dat oog dat zo zonder slag of stoot uit iemands oogkas wordt gewipt en vervolgens als een knikker over de vloer heen stuitert, uit zijn gruwelijke roman ‘De geverfde vogel’).
Film en boek gaan over een tuinman Chancy. Hij is een beetje simpel maar juist daardoor denkt iedereen dat hij in metaforen spreekt. Als tuinman praat hij natuurlijk graag over de afwisseling van de seizoenen en hoe dat wat gezaaid wordt in de grond stevig wortelt en uitgroeit tot iets moois en bloeiends. Hij krijgt de status van een ziener, een profeet. Door allerlei verwikkelingen belandt hij in de hoogste kringen. Iedereen die hem hoort praten, denkt dat hij het over de economie en de politiek heeft en dat die onder zijn regime helemaal gezond zal worden.
Wie is hier nu gek, vraag je je naarmate de film vordert steeds weer af en er een heerlijke babylonische spraakverwarring ontstaat. Is het geen idee om onze Johan tot premier te bombarderen? Hoe zullen we zijn partij noemen? Op gevaar af dat hij een closet populist is natuurlijk. In ieder geval weer iets heel anders dan die dood- en doodsaaie Rutte, toch?
@Annelies: Over dat laatste: logisch wat dat betreft…
Je moet eerst 65 zijn om 66 te worden.
Een mooie column, met aan het eind een interessante vraag. Daar wilde ik even op ingaan. In de jaren tachtig heeft Cruijff de voorpagina van de krant gehaald, met als kop boven het krantenartikel: Cruijff behaalt middenstandsdiploma. Als je een kledinglijn, een schoenen- of schoenenveterlijn wilde beginnen, had je zo’n diploma nodig. Dus: gek was onze Johan niet, maar welk cijfer hij voor Nederlands had, stond er niet bij. Helaas!
As se late sien wat se kunne weet je ook meteen wat se niet kunne want dat hebbe se niet late sien.
Mooi stukje weer. Cruijff hoeft geen genie meer te worden; hij was het! Namelijk als voetballer. Taalkundig is hij een grammaticale brokkenpiloot en filosofisch een warhoofd. Dat hij toch met zijn uitspraken verrast, komt omdat hij je naar mijn mening onbewust door een soort originele hersenkronkel op het verkeerde been zet. Ik zou zeggen een zwakke variant op Herman Finkers. Niet echt diepzinnig maar niettemin altijd goed voor een doordenkertje.
Je kunt beter aan het begin van het seizoen punten verspelen dan ze aan het eind van het seizoen te kort komen.
Geen speld tussen te krijgen toch?
En hij was weer erg leuk.
Ik geloof overigens dat de onderscheiding tussen gek en genie niet altijd even duidelijk is: beide zijn een vorm van abnormaal, maar alleen vanuit het oogpunt van degenen die zichzelf normaal vinden.
Normaal is immers volgens de norm, en de norm wordt bepaald door de meerderheid. Natuurlijk is iedereen die aanmerkelijk afwijkt van de norm, lees het grijze middenveld, niet normaal. En daar hebben we dan allerlei verschillende woorden voor verzonnen, waarvan genie en gek twee voorbeelden zijn. Vaak worden artiesten ook niet helemaal voor vol aangezien, waarbij de grote meerderheid gek is (het gangbare woord is geloof ik excentriek) en een kleine groep die men als genie aanmerkt (meesters in de schilderkunst, etc.).
Als je ervan uitgaat dat je alleen ergens goed in kunt worden door veel te oefenen, zou je dus kunnen zeggen dat je altijd eerst gek (oftewel ‘nog niet zo goed’) moet zijn geweest, voordat je een genie kunt worden.
Ik vind het allemaal maar een relatief begrip, maar blijf hopen dat er mensen blijven bestaan die zich niets van de norm aantrekken (gek of genie, maakt mij niet uit). Anders zou het leven toch een hele saaie bedoeling zijn.
Heel mooi omschreven. Echt herkenbaar.
Je moet iets zien wat anderen niet zien.
Het onstuitbare en welhaast onaardse orakel Cruijff willen begrijpen is een schier onmogelijke opgave, je gelooft wat hij zegt of orakelt, volgt als gelijk een trouwe discipel zijn leer, of je gelooft hem niet. Tegen de afvalligen en ongelovige Thomassen onder ons wil ik zeggen: ‘Bedenkt wel dat Jopie’s initialen JC zijn…..’.
In feite is Cruijff een simpele ziel die mensen vermaakt met het treurbuisspektakel ‘voetballen’. Cruijff’s ‘denken’ is dat van een archetype, wordt getolereerd omdat men in hem een ouderwetsche nar ziet en ervaart. Wat dat betreft lijkt hij verdacht veel op ene Pieter van Vollenhoven, die wordt terecht ook nimmer aux serieux genomen. Hij kraamt in wollig taalgebruik nonsens uit. Cruijff is een optimistische persoon die liever op zijn instincten vertrouwt dan op zijn redelijk verstand, hoewel wat dat betreft de chaos in zijn hoofd stuitend is, refereert het aan een soort vermakelijke gekte. Over het onderwerp ‘gek’ wil ik hem hier een fictief dus Cruijfffiaans ‘BEN’-antwoord in de mond leggen: ‘Als je denkt, dat je gek bent, ben je het niet, maar als je denkt, dat iedereen het is, ben je het wel.’