‘Hoer- hoerr- hoerrrra’, schreeuwt Henk als er weer een doelpunt valt.Daarmee krijgt hij steevast de lachers op zijn hand. Henk stottert.
Noodgedwongen pauzes van een halve minuut zijn bij hem geen uitzondering. Terwijl hij zich vastzuigt in een woord dat niet verder wil, hebben de andere bargasten rustig de tijd hun fles bier leeg te drinken. Hij lijkt dan op een gewichtheffer die op de grens van zijn kunnen het teveel aan bloed niet uit zijn hoofd krijgt. ‘Ik heb een sprr..rrr..ahaakgebrek’, pepert hij zijn toehoorders te pas en te onpas in. Door die ontwapenende zelfspot neemt hij het voetbalvolk voor zich in en gaat niemand een gesprek met Henk uit de weg.
Bovenstaande beschrijving van Henk is ‘uit het niets’ ontstaan. Uit het niets? Inspiratie? Van 1 tot 9 september stond dit jaar in Nederland en Vlaanderen de Week van het Schrijven weer op de agenda. Het thema dit jaar was 1% inspiratie. Die andere 99% is transpiratie.
Inspiratie en creativiteit zijn moeilijk te vangen begrippen. Dat heb je of dat heb je niet. Toch?
Schrijven is hard werken: informatie verzamelen, ordenen, schrijven, slijpen en schrappen. Maar woorden die na een lange dracht en na een zware bevalling in de woordenwieg belanden, hebben die ene procent inspiratie wel nodig om tot leven te worden gewekt. Wat is die creatieve ‘swing’ waardoor woorden écht gaan werken, waardoor de stotterende Henk een man van vlees en bloed wordt?
Om creatief te schrijven moet de schrijver de ‘interne redacteur’ uitschakelen. Dat rode pennetje in het hoofd dat al een afkeurende streep door de zin heeft gezet nog voor het op papier staat. Creatief schrijven is zoeken naar de flow waarop woorden als vanzelf komen. Waarop geen hinderlijke taalpolitie de weg verspert en zegt dat de stijl of spelling niet klopt.
In schrijversjargon: freewriting. Bekommer je niet om stijl of spelling. In goed Nederlands: go with the flow.
Een goede manier om als schrijver je creativiteit te ontwikkelen is schrijven. Veel schrijven. En doorschrijven. In schrijversjargon: freewriting. Bekommer je niet om stijl of spelling. In goed Nederlands: go with the flow. Neem een thema, bijvoorbeeld de werkdag, jeugdherinneringen of portretten van mensen die je kent. Een Henk die jij kent bijvoorbeeld. Of kies een kort krantenartikel en verzin daar een verhaal omheen. Trek een volgende keer de bureaula open en schrijf al associërend over de pennen, paperclips en die vergeelde foto die je ziet liggen.
Na een half uur heb je een blad vol tekst. De kans is groot dat tussen de tekst – zomaar uit het niets – een alinea, een zin of beeldspraak staat, die je verbaast: waar komt die vandaan? Die had je van tevoren niet bedacht. Het zat ergens, de woorden moesten alleen in beweging komen en de taalpolitie moest worden omzeild.
Ik deed deze ontdekking jaren geleden tijdens een cursus Creatief Schrijven. Ik zag mezelf zinnetjes schrijven waarvan ik niet wist dat ik ze in me had. Over Henk bijvoorbeeld. Dit portret in woorden ontstond al schrijvende. Blijkbaar hoef je niet te wachten op inspiratie, die kun je zelf oproepen. Stomweg door te schrijven. Uit niets ontstaat iets. Dat maakt schrijven zo leuk. Dat inspireert!
Ben Tekstschrijver
28 augustus 2012
Bijna 1000 lezers gingen je voor.
Ben Tekstschrijver blogt ook op Zorgkaart Nederland, Mijnkwaliteitvanleven.nl, Taalvoutjes (Paus op non actief I Pferdreiten), Schrijven Online, D!scura, Nijkerk Nieuws en Aanlegplaats: thuishaven voor blogs vol literair talent en ook op Aanlegplaats: Ben de Graaf, het interview en De vangst van Ben de Graaf.
Leuke motiverende column. Hulde!
Mooie column. Ik herken me wel een beetje in de verhouding transpiratie en inspiratie, maar ik fiets en schaats mijn hoofd regelmatig leeg. Dat helpt ook. De inspiratie volgt dan vanzelf; een mooie filosofisch getinte gedachte of een idee over een persoon.
Behoort Henk trouwens ook tot je trouwe volgers? Hij moet je column zeker lezen en zal er hartelijk om kunnen lachen.
In de fotografie is het eigenlijk net zo als met schrijven: je moet vooral heel veel fotograferen. Het doen en de passie om iets te maken wat nog niet bestaat, het creëren, je eigen handschrift ontwikkelen, dat inspireert.
En inderdaad, dan kun je jezelf verbazen. Die verbazing inspireert mij en eigenlijk begint het proces dan opnieuw.
Inspiratie zit van binnen.
Leuk blog
Wat is het toch telkens weer een feest, die columns van je! Wat ik vooral in je woordenwieg waardeer, is de rode humordraad die er telkens fijntjes doorheen is geregen….:)
Dag Ben met de creatieve pen,
Ik kan mij een zeer goed gesprek met je herinneren, niet lang geleden op een zonovergoten zaterdag, beiden een mooi glas bier in de hand, terwijl het eerste van SC Hoevelaken zich in het zweet werkte. Het schoot van David Bowie en de mooie jaren 80 naar de aanschaf van je leren jasje in Amsterdam en weer terug naar David, om vervolgens te filosoferen over de kracht van de pen en de kunst van het overbrengen van een creatieve woordbrij in het hoofd naar papier.
Ondertussen hebben we ook nog flink gelachen, zagen wij de humor op straat liggen en wikkelden we ons knus in melancholie en het pure levensgenieten. Wat een feest van herkenning dus in jou laatste column. Schrijven is schrappen, schrijven is leuk. Maar nu ik!
Schrijven is soms ook het persoonlijk uiten van verbazing, ontzetting en ongeloof. Hou dit vast en ik geef je een voorbeeld van wat ik bedoel.
Op dit moment kan men er als televisiekijker niet omheen, er komen verkiezingen aan. Zappen is zinloos en ontsnappen onmogelijk. We zien en horen de pratende politici doorbreien in een constante stroom van informatie en manipulatie, al dan niet ondersteund door spindoctors, stemcoaches (jawel, toonhoogte beïnvloedt ons stemgedrag!) en fact checks.
Ik betrap mezelf erop dat ik alles volg, doch volledig op de automatische piloot. Tot ik plotseling gegrepen werd door ene Martijn van Helvert, de nr. 13 op de kieslijst van het CDA. Deze ambitieuze politieke tijger zit in de gevarenzone. Nr 13 zijn bij het CDA is vandaag de dag balanceren op het randje van de afgrond. De partij, mijn partij, dreigt weer een flinke draai om de oren te krijgen maar daar wil Martijn niets van weten. Gedreven door een tomeloze ambitie toert hij vrolijk door het Limburgse land. Hier liggen immers zijn wortels en die van het CDA.
Op jacht naar stemmen is niets hem te dol, zingen in een bus vol bejaarden, de clown uithangen en op werkbezoek bij een fabriek waar grafkisten worden gefabriceerd. Wat een symboliek!
Tot zover trok ik het nog redelijk, tot dat ene moment van verbazing (wat zegt hij nu!?), ontzetting (bij het CDA!?) en ongeloof (dit moet een aflevering van Koefnoen zijn!). Op het moment dat de verslaggever de innig in zichzelf gelovende Martijn confronteerde met de laatste peiling, riep hij, gefilmd tussen de doodskisten, de historische en profetische woorden: ‘Wij laten ons niet kisten!’
Groeten wederom van uw woordbroeder en taalmakker,
Terug van vakantie jouw nieuwe pennevrucht in de mail. Weer genieten!
Mijn zus (woonachtig in Wenen) was in de vakantie een weekje bij ons te logeren. Toen hebben we ons ook – tot ons eigen vermaak – met taal beziggehouden.
Zij leeft al langer in Oostenrijk dan dat ze ooit in Nederland geleefd heeft. Natuurlijk spreekt ze nog steeds heel adequaat haar moerstaal, maar af en toe gooit ze haar zinnen door mekaar en dan krijg je van die prachtige (germanistische) zinnen als: ‘Annelies, zal ik even die emmer uitlegen”, of:’Hoelang heeft de bakker open hier?’.
De mooiste dit jaar: we zagen een wel heel mooie jongeman achter de kassa van de Jumbo zitten. Zuslief: ‘Nou, die zou ik niet van de bedrand stoten’. ‘Nou Liet, ik denk hij jou wel’, kon ik niet nalaten op te merken. Allebei inmiddels 60 plus moesten we daar natuurlijk erg om giechelen. De jongeman in kwestie keurde ons geen blik waardig, maar dat deed aan onze lol niets af.
Maar nu serieus: wat jij schrijft over de creatieve flow herken ik. Niet zozeer bij mezelf alswel bij mijn patiënten en niet zozeer tijdens het schrijven maar tijdens de gesprekken. Niets doet me meer genoegen dan samen zo’n atmosfeer creëren dat mijn patiënt als het ware hardop gaat denken. Ook dan hoor je soms terug dat hij of zij niet had gedacht dat ze die of die gedachten, gewaarwordingen of gevoelens in zich hadden. Zo iemand komt dan – ongemerkt bijna – ‘in zijn verhaal’. Fysiek voltrekt zich dan ook een verandering: ogen gaan glanzen, er komt kleur op de konen en de mimiek wordt geanimeerder.
Mooi om daar getuige van te zijn, nog helemaal afgezien van de inhoud, die kan vreugdevol zijn of intens verdrietig, met natuurlijk alle nuances daartussen.
Complimenten weer voor het juweeltje van een column!
Ja, inspiratie…
Ik ben niet zo’n schrijver, dus in die zin heb ik er weinig ervaring mee. Maar wel met schilderen en keramiek maken. Het heerlijkste is als je zonder gedachten, met alleen maar een vaag idee van hoe je iets zou willen hebben, ‘gewoon’ aan de slag gaat en het laat stromen. Ik heb wel eens met verbazing naar mijn handen zitten kijken die een vaas lieten ontstaan, die ik van te voren helemaal niet bedacht had. Alsof er een kracht is die je leidt. Je kunt het niet oproepen, wel je voorbereiden door je hoofd leeg te maken en aan het werk te gaan. Dat merk jij dus ook bij het schrijven.
Nog een opmerking over je blog: het is zo leuk dat we als volgers naast jouw prachtige stukje zomaar gratis een hele rij mooie verhalen krijgen.
Benieuwd naar je volgende verhaal, heb je daar alweer inspiratie voor?
Leuk je te hebben gesproken en je met passie over taal te horen praten. Ik werk veel met plaatjes en beelden; dat komt uit mijzelf naar boven. Ik denk in beelden. Ik heb een aantal van je columns gelezen. Ze zijn leuk en leerzaam. Graag mij op de verzendlijst zetten.
Ik ga een paar bekenden vragen of ze ook op je verzendlijst geplaatst willen worden.