Kantoortuin

De heg doet geen moeite hun gesprek privé te houden.

Het is de dag na de fatale vlucht van de MH17. Het komt voor mij dichtbij omdat niet veel eerder mijn oudste dochter voor over Rusland naar Thailand vloog. Het had haar ook kunnen overkomen. Ik ril bij de gedachte.

Deel dit blog

Ik werk vandaag een interview uit met een hoogleraar van het AMC, een kei op het gebied van slokdarmkanker. Deadline. Het is warm. Ik posteer me met mijn laptop in de tuin. Bij de buren past oma op de kinderen en buurhondje Karel. Even later krijgt ze gezelschap van de andere oma. De heg doet geen enkele moeite hun gesprek privé te houden. Al gauw komt het onderwerp in onvervalst Hoevelakens op de aanslag op het lijntoestel naar Maleisië.
‘Ik had de rooie bieten opstaan en keek naor de Tour de France en toen werd het programma onderbroken,’ zegt oma 1.
‘Ik zat peerdensport op de Duitse tv te kieken, in Aken, weet je nie, en toen hoorde ik het van dat vliegtuug,’ zegt oma 2. ‘Verschrikkelijk hè?’

Ik probeer de gegevens over slokdarmkanker tot me door te laten dringen. Lukt niet. Maar de oma’s trekken weer mijn aandacht.
‘Ik denk dat dit nog wel een staartje kriegt,’ zegt oma 1. ‘Want die Poetin is een doerak, hoor! Je zult er maar inzitten, in dat vliegtuug, of je kienderen of je ouwers.
‘Hé Karel, hou es op met dat graven…,’ schreeuwt
oma 1 ineens, de vliegtuigramp even de vliegtuigramp latend.
‘Die Totilas is trouwens wel een goed peerd,’ zegt oma 2.

Na haar uitstapje naar het beroemde dressuurpaard komt oma 2 weer terug op de vliegtuigcrash.
‘Hoe zou dat zijn, als je neergeschoten wordt, vraagt ze zich af.
‘Mins, dat weet ik ook niet,’ zegt oma 1, om daarna nogmaals Karel tot de orde te roepen: ‘Hé Karel, Káárrul… hou daar es mee op, met dat graven!’

Uit onderzoek blijkt dat kantoortuinen helemaal niet zo effectief zijn als vaak wordt aangenomen. Ook míjn kantoortuin blijkt niet ideaal om me te concentreren.

Ondanks de onbeschrijflijke ellende van de vliegtuigaanslag schiet ik in de lach. Oorlog, milieurampen, menselijk falen slaan diepe wonden, maar er  is altijd ergens een hond die gewoon doorgaat met graven. Het leven gaat door. Gelukkig.
Ook voor de oma’s is het gegraaf van Karel het sein om hun rol als oppasoma weer op te pakken. Ze spelen met hun kleinkinderen een potje ‘peerdenkwartet’. Ik stort me weer op het AMC-verhaal. Even later hoor ik: ‘Heb jij voor mij van Verzorging de hoevenkrabber?’
Hoevenkrabber?

Uit onderzoek blijkt dat kantoortuinen helemaal niet zo effectief zijn als vaak wordt aangenomen. Ook míjn kantoortuin blijkt niet ideaal om me te concentreren, ik zoek de afzondering van mijn zolderkamer weer op. Dat verhaal met die hoogleraar moet nu echt af. Al heb ik na de ramp met lijnvlucht MH17 van Malaysia Airlines even geen zin in het woord ‘deadline’.

 

Ben Tekstschrijver

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. Leuke blog.

    Voor mij zijn kantoortuinen al sinds jaar en dag een extra reden om thuis te werken. Kantoren zijn een nachtmerrie, kantoortuinen een nachtmerrie in het kwadraat.

  2. Toen ik van de crash hoorde, zat ik in de trein van Zwolle naar Meppel. Tegenover me zat een stel dat overduidelijk terugkeerde van vakantie. Drie volle koffers namen evenzovele zitplaatsen in (erger ik me ontzettend aan). Ze zaten allebei onder de tattoos en lagen meer dan dat ze zaten. Moe, een kater? Allebei vermoedelijk.

    Hij (zijn smartphone bestuderend): D’r is ergens in Oekraïne een vliegtuig naar beneden gehaald en neergestort.
    Zij (verveeld): Hoe dat?
    Hij: Weet ik veel, d’r zitten hartstikke veel Nederlanders in dat vliegtuig.
    Zij (opverend en over zijn schouder meekijkend): Oh, wat erg.
    Hij (nijdig): Hoezo nu ineens erg. Als het papoea’s geweest waren dan was het oké geweest?
    Zij (beledigd): Rustig maar, ik zeg al niks meer.
    Hij (kalmer nu): Zeg dan ook niet zoiets stoms!

  3. De afgelopen jaren ben ik meer dan twintig keer over de Oekraïne gevlogen (MH17 en KLM) en daarnaast is mij in het begin van het jaar de bewuste MH370 aangeboden als alternatieve thuisreis (via Beijing). Vond ik te lang en heb daar van af gezien, maar kwam wel even dichtbij.

    Leuke blog.

  4. Dank voor je ‘meeluisterverhaaltje’. Erg goed.

    Uit de tijd dat ik nog regelmatig columns (cq. korte verhaaltjes) schreef en publiceerde, is het verhaal ‘Schuttingtaal’ (Zie hieronder). Ooit gepubliceerd in het blad INDruk, waarvan ik destijds eindredacteur was. Het gaat min of meer over het zelfde: ongewild meeluisteren. Lees maar eens en ik sta uiteraard open voor je kritiek.

    Ps: mijn compliment hoe mooi je je gevoelens van onmacht over de vliegramp door het verhaal heen ‘geweven’ hebt.

    Schuttingtaal

    Het was een prachtige dag en ik besloot eens lekker in het park op een bankje mijn krant te gaan lezen. Dat nog meer mensen er zo over dachten was wel aan de drukte te zien. Er was zelfs een meester van een lagere school die hetzelfde idee moet hebben gehad, want terwijl zijn leerlingen lekker aan het rennen en ravotten waren, zat hij heerlijk in het zonnetje een sigaret te roken. Door de drukte kon ik geen bank vinden, maar de brede rand van de zandbak zag er minstens zo comfortabel uit. Ik veegde wat zand weg, ging zitten en sloeg de krant open. Ik had nog geen letter gelezen of ik hoorde achter me een jongensstem zeggen: ‘Niet zo hard joh, anders hoort hij daar het ook.’

    ‘Hij daar’ bleek op mij te slaan. Ik keek niet om, maar als hij en zijn vriendje bij de klas van zo-even hoorden, schatte ik ze op zo’n jaar of zeven, acht. Ook deed ik alsof ik niets gehoord had en om dat kracht bij te zetten, keek ik nog iets aandachtiger naar de voorpagina van de krant. Dat gaf de jochies, ik vermoed dat ze met z’n tweeën waren, weer moed, want dezelfde stem vervolgde: ‘Van mijn moeder mag ik dat niet hardop zeggen en van mijn vader geloof ik ook niet.’ Als dit niet over vieze woorden ging, wist ik het ook niet meer. Al ‘lezende’ probeerde ik het gesprek te volgen. Het andere jongetje had er thuis waarschijnlijk nog geen discussie over gehad want hij zei: ‘Ik denk niet dat ik thuis ‘lul’ mag zeggen, want toen mijn vader het een keer zei werd mijn moeder ook al boos.’ Zijn vriendje was iets meer geroutineerd en vroeg: ‘Weet jij dat het bij meisjes heel anders heet?’ Er kwam geen antwoord, dus ik denk dat nummer twee zijn schouders moet hebben opgehaald. Toen hoorde ik een zacht gefluister, kon nog net het bedoelde vrouwelijke lichaamsdeel verstaan en hoorde hem toen stoer antwoorden: ‘Oh, maar dat wist ik wel hoor! Dat staat bij de supermarkt heel groot achter op de glasbak geschreven.’

    Ze waren pas zeven of acht, maar het poep- en piesstadium behoorde al definitief tot het verleden. Het was tijd geworden voor grote-jongens-taal, schuttingtaal en geslachtsdelentaal. Gooi het er maar uit mannen!

    Het eerste jongetje vond het kennelijk leuk, want hij wist nog veel meer ‘smerigs’ te verzinnen. Er werd weer wat gefluisterd, maar door het gejuich van de rest van de klas een eindje verderop kon ik niet horen waarover het ging. Het antwoord daarentegen verklaarde een hoop: ‘Maar dat doen toch alleen de grote mensen?’ Zijn wijzere klasgenootje was door deze opmerking aan het twijfelen gebracht en zei: ‘Ik weet niet precies hoe oud je daarvoor moet zijn. Patrick zegt dat hij het wel eens gedaan heeft, en die is pas twaalf.’

    ‘Ja, maar die liegt altijd,’ wist nummer twee en bracht hiermee het niveau van de vermeende prestaties van Patrick wel heel dicht in de buurt van het nulpunt.

    Na verloop van tijd raakte hun spannende-woorden-vocabulaire kennelijk een beetje uitgeput, want er werd niet stiekem meer gefluisterd. Ze waren in de opwinding van het gesprek mijn aanwezigheid waarschijnlijk vergeten. Ik stond op en draaide me om. Ik keek recht in de vier ondeugendste ogen die ooit gezien had. Ik moest onwillekeurig glimlachen en daarmee verraadde ik mezelf.

    ‘Zie je nou wel, hij heeft alles gehoord,’ hoorde ik een van de twee fluisteren.

    Ik kreeg ter plekke spijt van mijn afluisterpraktijken en omdat de situatie voor hen nu even ongemakkelijk was geworden als voor mezelf, verzon ik ter plekke een smoes. Ik keek ze aan, knikte zo Engels mogelijk en zei: ‘Have nice day boys, bye, bye.’

    Het tweede jochie hoorde ik opgelucht ademhalen: ‘Pfffffff….. ik ben blij dat hij er niets van verstaan heeft, anders was-ie misschien nog wel naar de meester gegaan.’

    Zijn vriendje was het niet met hem eens. ‘Hij heeft wél alles verstaan,’ zei hij zachtjes.De ander keek verbaasd. ‘Hoe weet je dat dan?’Uit het antwoord bleek alweer dat nummer een iets slimmer was dan zijn klasgenootje.
    ‘Nou, dat zag je toch wel, hij zat hier net de Volkskrant te lezen.’

    Zevenjarige wijsheid van een bijna volwassen niveau. Ik schoot in de lach en liep, alweer een levensles wijzer, het park uit.

  5. Gruwelijk…

    Ook mijn zoon vloog enkele dagen eerder naar Thailand. Je moet er niet aan denken. Op mijn werk sprak ik wethouder Koekkoek. Hij zat met zijn vrouw twee dagen eerder boven het gebied op weg naar Indonesië. Zijn vlucht heette: MH17. Hij moest er nog wel eens aan denken, zo vertelde hij mij. Maar dan hoor je het verhaal van oud-collega Peter M. Nog geen twee jaar eerder met vervroegd pensioen gegaan, woonachtig in Nunspeet, een mooie ‘ouwe dag’ in het verschiet. In het vliegtuig zaten zijn dochter, schoonzoon en hun vier kinderen…

  6. Ook ik vloog de afgelopen jaren enkele keren voor mijn werk naar het verre oosten. Naar Singapore wel te verstaan. Daarvan weet ik nog dat de route inderdaad over de Oekraïne ging. Ook meen ik me te herinneren dat ik op het navigatiesysteem in de stoel van de passagier voor me de plaats ‘Kaboel’ voorbij zag komen. Daar lopen al jaren mannen met baarden rond die niets van ons westerlingen moeten weten. Nooit is het bij me opgekomen dat een van die gasten wel eens een raket zou kunnen afvuren op een niets vermoedend KLM vliegtuig.

    Vorige week vloog ik weer naar Singapore en was blij dat de route over het Midden-Oosten liep. Terug miste ik mijn vliegtuig waardoor ik met Korean Airways via Seoel naar Schiphol vloog. Toen we in een flinke luchtzak terecht kwamen en het eten door het vliegtuig vloog, schoot er onbewust een liedje van Gary Moore door mijn hoofd: The Russian have shot down a plane on its way to Korea; 269 innocent victims have died. Poetin spoort namelijk ook niet.

  7. Een blog of column moet een verfrissende invalshoek hebben. Knap dat je elke keer weer inspiratie hebt en die invalshoek weet te vinden.

  8. Prachtige blog.

    In 2012 was ik ook ooit ongewild toehoorder van een gesprek. Het inspireerde mij tot een column voor de voetbalclub.

    Het gebeurt mij niet vaak, maar heel af en toe reis ik per trein. Zo ook afgelopen week toen ik naar Utrecht moest. Voor mijn reis naar de Domstad heb ik gekozen voor die grote gele slurf die zo fraai boemelt tussen de weilanden en bossen van Soest, Den Dolder, Bilthoven, Utrecht Overvecht en het onvermijdelijke eindpunt Utrecht Centraal Station. Ideaal vervoermiddel! Laat de mensen maar zeuren over vertragingen van de trein. Negen van de tien keer rijden de treinen toch op tijd?

    Dat kan je van je auto niet zeggen. Daarmee kruip je op een willekeurige werkdag negen van de tien keer bumper aan bumper voor over het asfalt. Heerlijk, op je gemak naar buiten turen of even bladeren in zo’n gratis krantje. Precies genoeg informatie om de reistijd te overbruggen. Geen parkeerproblemen, je wordt in het hartje van het land afgezet en in Hoog Catharijne word je ook nog eens getrakteerd op de weeïge zoete geur van versgebrande pinda’s.

    Da’s ook altijd mooi in de trein; je bent soms ongewild en anoniem toehoorder van een leuke conversatie. Een meisje, ik schat haar 16/17 jaar, was in gesprek met een even oude jongeman. In gesprek? Het was meer een monoloog, waarbij de jongeman af en toe knikte of een ‘ja, ja’ en ‘nee, nee’ mompelde. De rolbezetting in dit gesprek was in ieder geval erg stereotiep, zoals gesprekken tussen mannen en vrouwen nou eenmaal gaan!
    Het meisje zat blijkbaar in een tweestrijd en dat besprak ze als volgt: ‘Nou, zoals je weet geef ik volgende week een feest! En nou zit ik echt met een enorm dilemma. Want, kijk, ik twijfel of ik Marianne uit moet nodigen. Want als ik haar uitnodig komen er zeker zeven mensen niet. Die hebben gezegd: als je haar uitnodigt, dan kom ik zeker niet! Tja, wat moet ik hier nou mee?’

    Arm kind, dacht ik bij mezelf, me verschuilend achter mijn gratis Metro. Zo jong en dan al zo’n dilemma. Tussen twee vuren in zitten. De vriendschap van Marianne tegenover de vriendschap van zeven anderen. Wat is belangrijker? Maar ook: gelukkig kind! Wat mag jij dankbaar zijn dat dit soort dilemma’s in je wereld van ‘what’s app’ ‘Wordfeud’ en ‘Facebook’ je allerbelangrijkste zorg is.

    De trein boemelde voort en in Soestdijk stapte ik uit. Het kind en haar dilemma, plus haar stoïcijns toehorende vriend zetten koers naar ons fraaie buurdorp Baarn. Ik moet u de ontknoping van dit verhaal dus schuldig blijven. Dilemma’s zijn een rode draad in een mensenleven. Als een treinreis voeren de dilemma’s ons van het wieg naar het graf. Hoe zou Fred Rutten, trainer van PSV, hebben gekeken naar de selectie van tegenstander FC Groningen. Een zekere ‘Suk’stond geposteerd in de basiself. ‘Suk’; het zou de artiestennaam kunnen zijn van een actrice in een wel heel erg twijfelachtige film van bedenkelijk allooi. Ik geef toe; onderschatting ligt dan snel op de loer. Dilemma voor Fred: hoe gaan we Suk bestrijden? Suk bleek nauwelijks te bestrijden. Hij lobt een bal vanaf 30 meter ragfijn over de keeper en wordt vervolgens voor een dilemma gesteld als hij een publiekswissel krijgt. ‘Moet ik treurig kijken of blij?’

    Het begrip publiekswissel is schijnbaar nog niet zo bekend voor Suk. Publiekswissels; daar weet John Guidetti alles van. De man verdient nu al een standbeeld voor het feit dat hij heel Feyenoord blij en zelfverzekerd heeft gemaakt. Iedereen houdt weer een beetje van die club uit Rotterdam. Gelukkig maar! Maar John stond niet echt in tweestrijd toen hij zaterdag tegen de toch altijd lastige Rooms Katholieke Combinatie een pingel in de kruising schoot. Ik weet toevallig dat Sophia van Asch (trouwe barmedewerker van onze club) een vaste gast in De Kuip is. Zij zal hebben gewatertand toen John na zijn goal door middel van een spontane striptease zijn torso wereldkundig maakte. Tja, dat is even wat anders dan de pastoor in zijn zondagse pak. Of het echt briljant was van John? Nee, daar zijn de geleerden het wel over eens! Wedstrijdje schorsing, overwinning weggegeven en een zelftuchtiging voor de TV.

    Neem de FIFA dan! Elk moment dilemma’s daar. Bij deze organisatie, waar de organisatiestructuur naadloos van een bananenrepubliek lijkt overgenomen, krijgen ze nu te maken met een 34 jaar oud schandaal. Wat iedereen al wist – namelijk dat Argentinië in 1978 Peru heeft omgekocht om in de finale te komen – gaat nu wellicht onderzocht worden. Kan Nederland alsnog wereldkampioen worden. Een rondvaart door de grachten met de gebroeders Van de Kerkhof, Jan Jongbloed en Johnny Rep. Onze eigen Jan Zwartkruis wordt vanaf de Vliegtuiglaan in Soesterberg ingevlogen voor een ceremonie in de hoofdstad. Het zou een mooie stunt zijn! Kunnen mannen als Karel Knaap en Aad van den Berg in hun CV melden dat zij de opvolger zijn van een coach die wereldkampioen voetbal is geworden!

    Hebben wij bij onze club ook te maken met dilemma’s? Jazeker, dagelijks zelfs! Hoe zorgen wij ervoor dat leden en ouders van leden zich voor de club gaan inzetten? De ‘Back to Basic’-werkgroep voert volop discussies, onder meer over vrijwilligerswerving en uitstroom van leden. De toekomst van dit clubblad!

    Ook zo’n dilemma. Er zijn meer dan 70 enquêtes ingevuld en over twee weken hopen wij u meer duidelijkheid te geven. ‘de Spetter’ blijkt nog steeds een gewild medium kunnen wij u verklappen. Met de club prestatief of recreatief voetballen, of beide? Willen we structureel eersteklasser worden, of vinden we meehobbelen in de tweede klasse ook prima? Gaan we als club ons aanbod uitbreiden? Bijvoorbeeld met zaterdagvoetbal of zaalvoetbal? U moet eens weten wat voor een knopen er doorgehakt moeten worden. Het maakt het besturen van een vereniging als de onze uitdagend en leuk! Als je dan naar een leuke wedstrijd kijkt op bijvoorbeeld veld 4 en je ziet de trein achter het doel in alle rust richting Utrecht gaan, dan weet je dat het goed is ! Dilemma’s houden de club springlevend!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *