Onze buurvrouw op camping Cupido op Terschelling kijkt bezorgd. Haar dieren hebben last van de warmte. Haar hondje hoest.
Ze heeft een eigen tentenkamp opgezet. Voor haarzelf, voor haar dertien jaar oude Cairn Terrier Pelle en voor haar twee Maine Coon-katers. ‘Hun moeder is een echte Maine Coon,’ zegt ze. ‘De vader niet, die is er gewoon bij gaan liggen.’
Thuis heeft ze twee goudvissen. Acht jaar oud. Als ze wat lusteloos rondzwemmen, gaat ze ermee naar de dierenwinkel. Dan krijgt ze krachtvoer mee. Ze houdt haar visjes daarna scherp in de gaten en is pas tevreden als ze hun rondetijden in de vissenkom weer opschroeven.
Om ‘haar mannen’ op de camping tegen de hitte te beschermen, hangt een doek over de bench. Ernaast staat een ‘overdekt’ opblaaszwembadje. Een parasol houdt Pelle uit de zon als hij een baantje trekt. Om af te koelen lokt ze hem regelmatig met snoepjes het water in. Vanuit de bench gaat een flexibele slurf naar het raam van de caravan, zo kunnen de katten vrij in en uit lopen. Een mazig hekwerkje omsluit het tentenkamp.
‘Vorige week was Pelle ziek,’ zegt de buurvrouw. ‘Diarree. At niet. Dronk niet. Ben met hem naar de dierenarts geweest. Hij kroop de hele nacht tegen me aan, dat doet hij anders nooit. De medicijnen hielpen gelukkig, anders was ik met hem naar huis gegaan.’
Om de hete nachten draaglijk te maken, staat in de caravan een koeler. Zelf heeft ze daar weinig profijt van. ‘Ik heb de koeler gericht op de dieren. ‘s Nachts ga ik er een paar keer uit om de koeler bij te vullen met koud water.’
Ze is blij dat Pelle weer op de pootjes staat. Het afgelopen jaar had hij pijn. Zijn wervelkolom. De dierenarts kon weinig doen, pijnstillers leken de enige remedie. De enige hoop was nog de fysiotherapeut.
‘De fysiotherapeut heeft hem toen manuele therapie gegeven,’ vertelt de buurvrouw. ‘Met lichte drukbewegingen ging ze zijn rug langs, wervel voor wervel. Hou nu zijn snoetje maar even vast, zei ze soms, want bij deze wervel kan het pijn doen. Pelle hield zich kranig. Nu krijgt hij elke maand een onderhoudsbehandeling, dat gaat prima.’
Ik suggereer dat de buurvrouw de koeler vanavond best wat meer op zichzelf mag richten. Geen redelijk mens zal dat betwisten. Zelfs haar goudvissen thuis zullen daar begrip voor op kunnen brengen.
Pelle keft nog maar eens, om aan te geven dat het goed met hem gaat. De katten hebben zich neergelegd bij de warmte en doen een tukje.
Ik suggereer dat de buurvrouw de koeler vanavond best wat meer op zichzelf mag richten. Geen redelijk mens zal dat betwisten. Zelfs haar goudvissen thuis zullen daar begrip voor op kunnen brengen.
‘Ach, als mijn dieren zich goed voelen, voel ik me ook goed,’ zegt ze.
Achter haar niest Pelle twee keer kort achter elkaar. De buurvrouw draait zich om en gooit twee snoepjes in het zwembadje.
Ben Tekstschrijver
De liefde voor dieren kan ver gaan. Heel ver. Heb jij daar een mooi voorbeeld van? Deel jouw verhaal hieronder. Leuk!
Bijna 1000 lezers gingen je voor.
Ben Tekstschrijver blogt ook op Zorgkaart Nederland, Mijnkwaliteitvanleven.nl, Taalvoutjes (Paus op non actief I Pferdreiten), Schrijven Online, D!scura, Nijkerk Nieuws en Aanlegplaats: thuishaven voor blogs vol literair talent en ook op Aanlegplaats: Ben de Graaf, het interview en De vangst van Ben de Graaf.
Een dame naar mijn hart. Je dieren zijn je kinderen dus ik snap haar wel.
Wauw Ben,
Wat mooi beschreven weer. Heb het met een glimlach gelezen. Bij sommige mensen gaat de liefde voor dieren wel heel ver. Maar ach als zij er zich goed bij voelt, wie zijn wij dan om daarover te oordelen. Hoewel ik wel denk, je moet goed zijn voor je huisdieren, maar niet doordraaien😉
Groetjes, en een fijne dag,
Bertina van Oostende
Dit is een baasje die héél goed voor haar dieren zorgt en er alles voor over heeft. Je heb ook baasjes die hun huisdier liever kwijt dan rijk zijn. Daarvan lees je hier een voorbeeld: https://www.bentekstschrijver.nl/weet-je-wat-het-is.
Mijn sympathie gaat uit naar mijn buurvrouw op camping Cupido. Ik ga er komende zomer weer naartoe, ik hoop daar Pelle ook weer te zien.
Weet niet maar Pelle was een beetje op…..
Geweldig weer, dit blog van jou! Wat is dit genieten.
Mij trof vorige week op het journaal hoe het lot van koala’s in Australië wereldnieuws blijkt te zijn. Er is een miljoen dollar bijeengebracht vanwege een filmpje van een koala die op het nippertje van de bosbranden werd gered. Dieren doen iets met mensen. Mits ze vertederend zijn, denk ik.
Zelf geef ik gul zonnebloempitten en pinda’s aan de koolmezen en pimpelmezen. Wat zijn er veel dit jaar! En zo leuk om naar te kijken. Ik heb me voorgenomen ze allemaal door de winter te slepen 😉
Kool- en pimpelmezen kunnen bij jou de hele winter terecht voor zonnebloempitten en pinda’s. Dit verspreid zich als een lopend vuurtje, op elke ‘birdday’ gaat het erover. Bij Ellie moet je zijn. Zijn er daarom zoveel dit jaar? Heeft het een met het ander te maken?
Ik begrijp haar wel hoor.
Al jaren wilde ik een hond, de kinderen ook, maar manlief moest echt overgehaald worden en daar gingen geen maanden maar minstens een jaar overheen.
Toen ik hem zag wist ik het, deze wordt het en hij koos mij. Waar ik ga gaat hij, de andere leden van het gezin zijn prima maar tellen in zijn leven niet echt mee.
Hij wacht op me als ik van het werk thuis kom en is blij alsof hij me weken niet gezien heeft. ‘s Nachts als ik lig te woelen, komt hij even aan mijn hand snuffelen en gaat weer.
Het benauwt me soms ook, laat me met rust, denk ik weleens, maar hij kan het niet, hij weet, ik heb hem nodig en hij mij ook.
Niemand buiten het gezin kan hem uitlaten, hij gaat op zijn kont zitten en verroert zich niet, dus geen uitlaatservice voor hem, geen lieve buren, geen vakantie zonder hem. Dat beperkt maar het is zoals het is. Ik heb voor hem gekozen, hij voor mij.
Wat houd ik van mijn huisdier.
Dank Ben, voor weer een mooi onderwerp
Jouw man wilde er eerst niet aan. Misschien voelde hij aankomen dat hij er een geduchte concurrent bij kreeg…
Mooie observaties Ben. Ik heb in New York in de winter prachtige catwalk-hondjes gezien in Upper Eastside helemaal ingepakt in felle kleurtjes. Stamboomhondjes met dito uitstraling. Hilarisch.
Ik vrees dat ik niet zo veel heb met huisdieren. Ik ben er ook merendeels allergisch voor. Laat dieren lekker vrij in de natuur lopen denk ik vaak. We hadden vroeger katten thuis en daar heb ik dan wel weer een zwak voor. Die beesten luisteren nergens naar, geheel autonoom en opportunistisch.
Ik las laatst een bericht over een hond die afscheid mocht nemen van zijn baasje op de IC in het UMCG. Prachtig.
Katten zijn onafhankelijk en opportunistisch, met honden bouw je een relatie op. Kijk naar de man op de IC die afscheid neemt van zijn hond. Of kijk naar dit filmpje, waar de hond zijn baas begroet na zes maanden afwezigheid: https://www.youtube.com/watch?v=JC5DXGIC8s8.
Prachtig. Je moet alleen niet allergisch voor honden zijn…
Leuk verhaal weer, Ben. Ik ben, in tegenstelling tot mijn vrouw Ineke, geen echte dierenvriend. Toch hebben we wel honden gehad. Als van nature eenzame wandelaar vond ik het gezelschap van een trouwe viervoeter wel gezellig en bovendien een goede aanleiding om veel te wandelen. De hond laat je niet in de steek, op welke duistere paden je ook verzeild raakt. Dat kun je van de mens niet altijd zeggen. Maar een dier echt aanhalen, daar heb ik weinig mee. Ons eerste hondje was een teefje van een onbestemd ras, een foeilelijk klein blaffertje. Ik liet haar bijna overal loslopen, want ze liet me nooit uit het oog. Op een kwade dag loopt ze onder een auto en het achterwiel rijdt over een voorpootje en dat brak. Dat vond ik erg zielig, dus toen heb ik haar dagenlang wel vertroeteld. Aanvankelijk liep ze kreupel, maar dat herstelde snel. Maar zodra ik op haar mopperde, ging ze direct weer kreupel lopen. Dat noem ik nou hondenslimheid.
Een heel slim hondje, maar ook sensitief. Ze gedijt bij harmonie, kan slecht tegen conflicten en gemopper en wil graag vertroeteld worden. Heb jij weer….
Dierenliefde kan ver gaan, maar deze vrouw is precies een voorbeeld van te ver gaan. Men verwart dierenwelzijn met eigen welzijn. Het geeft mensen blijkbaar een fijn gevoel om een goudvis acht jaar in een kommetje te laten rondzwemmen. Hetzelfde als een kat die nooit naar buiten mag of een vogel in een kooitje. Zolang wij er maar plezier aan beleven. Maar wat er in het dier omgaat weten wij niet en zijn wij meestal ook niet mee bezig. Dieren worden gebruikt voor hun aaibaarheidsfactor, hun vermaaksfactor (o.a. dierentuin, dolfinarium), hun gebruiksfactor (o.a. proefdieren) of andere commerciële doeleinden. Alles in dienst van de mens. Ik hou heel veel van dieren (behalve van muggen) en daarom laat ik ze met rust (behalve muggen). Want dieren hebben geen mensen nodig. Mensen hebben dieren nodig.
Mooie analyse, maar eh… maak je van de mug geen olifant?
Hoi Ben,
Geweldig om te lezen dat mensen zo goed op hun dieren letten en er veel voor over hebben.
Zoals je weet ben ik zelf ook een groot liefhebber van dieren en heb er zelfs mijn beroep van gemaakt: op een gezonde en natuurlijke manier de dieren laten genezen. Prachtig om te zien dat de dieren ervan opknappen en de eigenaars dan weer blij zijn.
Zelf heb ik 2 konijnen, Fox en Lara, in mijn achtertuin; ze mogen de helft van de tuin gebruiken om lekker in te kunnen rennen, graven en klimmen. Het liefst zitten ze op het dak van hun hok en kijken dan urenlang uit over de tuin. ’s Avonds kijken ze juist bij ons naar binnen als wij aan de eettafel zitten. Ook dat geeft leuke afleiding en wij vinden het prettig om naar hun te kijken 😉. Natuurlijk hebben de konijnen het eerst gegeten, ze hoeven niet hongerig af te wachten.
Ze krijgen de beste verzorging die bij hun past, die juist past bij hun karakter. Lara, de voedster, houdt ervan om te knagen en dat is te zien ook in de tuin. Het meeste houtwerk is aardig “gefiguurzaagd”. Zolang ze ramen en deuren heel laat mag ze haar gang gaan.
Het liefst zijn ze buiten in de tuin. Ik geef ze de keuze; even binnen in huis of buiten spelen. Een enkele keer willen ze even naar binnen voor contact en verandering van speelomgeving, maar na een half uurtje staan ze toch weer voor de deur naar buiten. Knuffelen vinden ze fijn, maar als ze het zat zijn kunnen ze direct van mijn schoot springen. Daarin laat ik ze vrij.
’s Avonds gaan ze vrijwillig hun slaaphok in, want ze weten dat ze dan beloond worden met een kleinigheidje lekkers. Mooi toch?
Jij zou een weekje op camping Cupido naast onze buurvrouw moeten staan, om ervaringen uit te wisselen. Twee zielen, één gedachte…
Hoi Ben,
Bekend fenomeen, op het park waar we twee keer per vertoeven (in Portugal) zie je ook allerlei huisdieren. De mevrouw die jij schetst gaat me te ver.
Wij hebben 16 jaren twee katten gehad, zij bleven thuis tijdens onze reizen, maar werden prima verzorgd door, ik mag wel zeggen, onze beste vrienden. Meestal kwamen ze met zn tweeën, deden de tuindeuren open zodat de katten naar buiten konden, waarna ze in de serre genoten, de vrienden, van een goed glas wijn. We hadden een paar flessen ingeslagen. En zo was er voor iedereen gezorgd.
De katten hebben we niet meer, de vrienden gelukkig nog wel.
Groeten, Jaap.
De katten heb je niet meer, dus voor je vrienden geen enkele reden meer om tijdens jullie afwezigheid in jullie serre jullie wijnvoorraad leeg te drinken. Elk nadeel hep zijn voordeel.
Tja, ik was me nooit zo bewust hoe diep dierenliefde kon gaan. Tot de zomer van 1979. Ik logeerde met mijn toenmalige vriendin in het huis van haar ouders die op vakantie waren. Toen de hond erg ziek werd, besloten we het dier in te laten slapen. Ik meen me te herinneren dat dit besluit na goed overleg met de dierenarts is genomen. Ik overtuigde mijn vriendin dat ze haar ouders niet hoefde te waarschuwen. Dat zou onnodig hun vakantie bederven. Dat had ik beter niet kunnen doen. Razend waren ze bij thuiskomst! Ze hadden afscheid willen nemen en de hond in eigen tuin willen begraven…
Dat is wel een dilemma. De mensen een onbezorgde vakantie gunnen en de klap bij thuiskomst afwachten of toch melden en – of ze nu naar huis komen of niet – een domper op de vakantie zetten. In 1979 hadden we ook nog geen Whatsapp, dan was het misschien wat gemakkelijker overleggen geweest. Tja, levenslesje…
Aan de andere kant, zou je het nu anders doen?
Als klein kind was ik al gek op dieren…vooral op die zielige. Ik sleepte alles (wat niet meer lopen of vliegen kon) mee naar huis. En van mijn moeder mochten ze altijd blijven.
Ondanks de luizen, vlooien en diarree etc.
De dierenarts kwam niet ter sprake….het beestje kreeg een warm plekje en de kans om aan te sterken. Dat lukte meestal aardig!
En zo niet…dan had mijn vader altijd een oplossing.
Zijn troost daarna was hartverwarmend!
Huisdieren heb ik altijd gehad en nog steeds..en meestal uit het asiel natuurlijk.
Zelf voel ik totaal geen behoefte om zwembadjes, koelers en zonneschermpjes aan te schaffen. Mijn beestjes zoeken hun eigen (schaduw) plekje en gaan bij hitte lekker op de koude vloer liggen. En gelukkig hoeven ze niet mee naar de camping!
Iedereen heeft zo zijn eigen dierenliefde!
Jij bekommert je om de verschoppelingen van het dierenrijk. Op alles wat niet meer lopen of vliegen kan, op de hulpbehoevenden, de zieligen. De Moeder Theresa in de dierenwereld.
Ik begrijp haar wel. We moeten goed zijn voor elkaar en dat geldt dus ook voor de dieren.
Zo hebben we een leuker leven.
By the way, de koala heeft het niet gehaald, ondanks de liefdevolle zorg en aandacht wilde de wonden niet helen.
Ach, heeft Lewis het niet gered? Triest. Deze koala had heel Australië in zijn emotionele greep. Geen eind goed, al goed, dus, maar het tastbare bewijs dat de bosbranden – en daarmee de klimaatverandering? – ook onder dieren veel slachtoffers eist.
Wij hebben sinds bijna twee jaar een boxxerreu, Bram. Mijn ouders hadden vroeger een boxerkennel en ik wilde altijd nog een boxer. Ik vergat even dat wij de pups verkochten en ze met tien weken de deur uit gingen. In het begin is het allemaal heel vertederend, je zou zo’n beestje wel willen opvreten. Inmiddels is Bram volwassen maar hij luistert alleen maar naar het commando “zit’en dat pas na herhaald aandringen. Hoe kon ik vergeten zijn dat boxers eigenwijs zijn, oersterk en ongeleide projectielen. Het scheelt dat hij totaal niet agressief is en wat ook voor hem pleit is, dat de lamp om een uur of vijf uitgaat bij ‘m en dat hij zich pas de volgende dag om tien uur weer meldt.
Tegen die tijd zitten Jan en ik min of meer uitgeput op de bank en zeggen we nog maar eens dat je een boxer moet nemen als je jong bent en niet de zeventig intussen gepasseerd.
Als er bezoek komt moet hij in de bench want hij springt heel enthousiast tegen iedereen op en niet iedereen is daar van gediend. Wat flauw nou toch…
En als het hem te lang gaat duren dan gaat hij zo klaaglijk piepen dat je wel moet zwichten.
Het is dat het zo’n lieverd is, we willen hem voor geen goud meer kwijt maar oh oh…
Wij hadden thuis vroeger ook een boxer. Lief en een beetje lomp. Een hond wordt niet zo oud als een mens. Wie weet als Bram de hondenleeftijd bereikt die vergelijkbaar is met 70 jaar bij een mens, dat de lamp dan nog wat eerder uitgaat. Dan heb je geen kind meer aan hem… 🙂
Mooie observaties Ben en zoals altijd treffend beschreven. Mens en dier, een wonderlijke relatie.
Als kind omringde ik mij graag met dieren: ik hing rond in de stallen met pony’s van mijn vriendinnetjes, zat met albino cavia Nikkie op schoot naar Stuif-s-in te kijken en zeurde bij mijn moeder om een hondje. Dat laatste werd steevast beantwoord met: “Ik heb al vijf hondjes”. Inderdaad, haar kroost en zorgen waren haar al groot genoeg. Dat verlangen naar een hond maakte later plaats voor angst en vermijding nadat ik een paar keer gebeten ben door zo’n viervoeter. No way dat ik een hond in huis zou nemen! Of dat ik mij op hondenuitlaatveldjes zou gaan begeven!
Mijn kinderen zeurden op hun beurt, maar ook zij kregen een duidelijke afwijzing te horen. Totdat ik, richting de vijftig jaar oud, behoefte kreeg aan meer buiten zijn, nog een leuk gezinsgebeuren met de puberende dochters en contact herstelde met dat oude verlangen uit mijn kindertijd. Zo kwam het dat wij vijf jaar geleden een hond in ons gezinsleven opnamen en het is 1 van de beste besluiten gebleken. Een dier verzorgen geeft zoveel voldoening, prettige gevoelens en ongecompliceerd plezier, zo zijn wij als mens geprogrammeerd.
Ik bespreek het ook vaak met mijn oude patiënten: zij hebben een dier zoveel te bieden en krijgen daar voldoening, gezelligheid, zingeving en structuur voor terug. Nu de kinderen uit huis zijn, grappen mijn man en ik dat we zo blij zijn dat we onze rooie Toller-zoon nog hebben. Vandaag zal Sinterklaas ook voor hem een pakje afleveren. En ik sluit niet uit dat buitenstaanders ons maar overdreven vinden…
Hi Jacqueline,
Toen bij ons het laatste kind het huis uitging, kwamen we al snel tot de conclusie dat een hondje ons bestaan weer extra warmte en levendigheid zou geven. Het werd een kooiker, geboren op Texel. Met de boot ernaartoe om de pup op te halen. Mijn buurman had er meteen een rake analyse bij. Hij zei: ‘Dit is een typisch voorbeeld van het lege-nestsyndroom.’
En dat je je rooie Toller ‘je zoon’ noemt, zij je vergeven. Iedere hondenbezitter heeft het recht lekker stom te lullen tegen zijn viervoeter. Wij doen niet anders.
Best Cupido buurman Ben,
Wat een heerlijke blog! Door dit te lezen was het kattenvrouwtje er toch weer even bij. Jammer dat we haar dit jaar moeten missen en ook haar prachtige katten. Onze hond mist haar ook en de tien uur snack die alle buurhondjes rond de koffietijd van haar kregen ook. De liefde voor dieren verbind dat was duidelijk.
Ik vind je schrijven erg amusant en ga de rest met plezier lezen. Dank je wel voor het toevoegen!
Lieve groetjes Isabella