Reflectie met U2 en The Who

Rock, religie en reflectie met U2 en The Who
Voor altijd een zoekende ziel? (foto Steve Halama)

Als ik hardloop, luister ik graag naar muziek. Dit keer geeft de shuffle-functie van mijn iPhone me twee nummers met hetzelfde thema: The Who met The Seeker en U2 met I Still Haven’t Found What I’m Looking For. Twee zoekers. De een denkt dat hij het nooit zal vinden, de ander heeft de hoop nog niet opgegeven. Rock en reflectie raken elkaar.

Deel dit blog

Roger Daltrey zingt de woorden van zijn band-maatje Pete Townshend: ze noemen hem de Zoeker. Hij zoekt onder stoelen en banken, hoog en laag, hij zoekt naar de sleutel die toegang geeft tot de waarheid achter 50 miljoen fabels. Hij gaat te rade bij Bobby Dylan, bij The Beatles. Hij gaat op bezoek bij Timothy Leary, de Amerikaanse schrijver, psycholoog en voorvechter van psychedelische drugs. Maar niemand kan hem helpen. Het drijft hem tot wanhoop. Hij is gelukkig als het leven hem toelacht, hij huilt als het leven hem bij de strot grijpt, hij weet dat hij zijn leven baseert op bepaalde waarden, maar hij weet niet hoe en waarom. Hij blijft de rusteloze zoeker, tot de dag dat hij doodgaat.

Ook Bono zoekt. Hij heeft de hoogste bergen beklommen, door velden gerend, gekropen, honinglippen gekust, enkel om bij ‘jou’ te zijn. Nog steeds heeft hij niet gevonden wat hij zoekt.
Wie is die ‘you’ aan wie de U2-zanger zijn woorden richt? Zijn geliefde? Even verder lijkt hij zijn zoekpijlen op iets hogers te richten. Hij spreekt met engelen, houdt de hand van de duivel vast, gelooft in het Komend Koninkrijk waar alle kleuren zullen vervloeien tot één. Maar hij blijft rennen, vindt niet wat hij zoekt.

Ik ren ook, met mijn hondje Vito naast me. Dat beest is niet bezig met dit soort existentiële vragen. Als mijn hondje zoekende is, is het hoogstens naar een loopse soortgenoot. Bij ons mensen ligt dat anders. Wij stellen vragen. Waartoe zijn wij op deez’ aard? Vragen naar zingeving. Stel dat Daltrey en Bono mij zouden vragen of ik gevonden heb wat ik zocht? Wat zou dan mijn antwoord zijn?

Lastig.

Ik kan voor een groot deel mee met Roger Daltrey. Ik lach als het leven lief voor me is, ik huil als het leven me verdrietig maakt. Ik heb geen pasklare antwoorden. Blijf ik dan net als Roger Daltrey tot mijn dood een zoekende ziel?

Ik ben opgegroeid in een streng calvinistisch milieu. Ergens in de lucht hing altijd de dreiging van hel en verdoemenis, van ‘wening en knersing der tanden’. Het ergste zinnetje dat ik me uit die tijd herinner, is: ‘Het ware beter dat u niet geboren waart’, bedoeld voor mensen die niet tot het uitverkoren groepje behoorden. Maar ik ben wél geboren, en ik ben er blij om, het leven is – om met Remco Campert te spreken – vurrukkellijk.

‘Ik heb niet geweldig goed geleefd, niet geweldig slecht geleefd, ik heb gewoon mijn best gedaan. Onze Lieve Heer zal nu zorgen dat het goed met me komt.’

Jaren geleden interviewde ik voor de plaatselijke krant mevrouw Hilhorst. Ze was honderd jaar oud geworden. Ze was van katholieken huize. Ik vroeg hoe zij haar toekomst nog zag.
‘Ik ben niet bang,’ zei de honderdjarige. ‘Ik heb niet geweldig goed geleefd, niet geweldig slecht geleefd, ik heb gewoon mijn best gedaan. Onze Lieve Heer zal nu zorgen dat het goed met me komt.’
Nog steeds bewonder ik haar vertrouwen. De rustgevende overtuiging dat Onze Lieve Heer je na een gewoon leven zonder gekke dingen een mooie plek geeft in het Komend Koninkrijk. Ik hoop dat ik ooit met dezelfde gemoedsrust ‘de oversteek kan maken’. U2 en The Who hoeven op mijn begrafenis dan niet gedraaid te worden.

Ben Tekstschrijver

Heb jij muziek die je mooie mijmermomenten bezorgde? Of een boek, een gedicht, een schilderij? Wil je dat hieronder delen met de lezers van dit blog? Wordt gewaardeerd.

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. Tja… Ik kan me alleen bezinnen als geen prikkels van buitenaf op me inwerken. Mijmeren op muziek: het is daarom voor mij niet weggelegd.
    Mevrouw Hilhorst kan ik wel volgen. Je moet je niet teveel aanstellen en gewoon je best doen om altijd een goede indruk achter te laten.

    1. De muziek was in mijn geval ook vooral de aanleiding. U2 en The Who stelden ‘de zoekvraag’. Daarna op een rustig moment nog even op het antwoord zitten kauwen, maar dat had ik zo een twee drie niet…

  2. Mooie blog Ben. Genoeg om over door te filosoferen. Zelf kom ik de laatste tijd telkens weer terug bij Tommy van de Who/Pete Townsend. Dat soort muziek blijft iets met je doen. Zoekers naar een god groter dan ons hart en tegelijk naar de mensen om ons heen. Heerlijk. Feije.

    1. Identificeer je je met de pinball wizard? We zijn allemaal zoekende in de flipperkast van het leven…

      1. Een groot flipperaar worden was voor mij nooit weggelegd Ben. Zelfde orde als voetbal of tennis vrees ik. Dus daar ligt niet mijn identificatie. Wel in het lied see me, feel me. Ik zag Tommy in london in 1979 of 1980. Het deed veel met me. De eenzaamheid van Tommy die eigenlijk ook de eenzaamheid van Pete Towsend is. Ik vroeg me af waar God is in zo’n verhaal. See me feel me is een cry out naar de mensen om Tommy heen, maar via hen ook naar god.

  3. Een gegeven waar je niet om heen kunt: de mens zal wel altijd blijven zoeken. Het doel is vaak minder belangrijk; het zoeken op zich geeft ons vaak al de nodige voldoening. En dan die ‘oversteek’ die we bijna allemaal denken een keer te moeten maken. Ach … Dat alles wat er vóór die vermeende oversteek gebeurt wellicht belangrijker is dan het onbekende, grote zwarte gat daarna, daar zijn de geleerden het nog steeds niet over eens. Ook geleerden zijn zoekenden. Om toch die materie eens onder de loep te nemen, zou je eens naar mijn boek ‘De Gedachtevormer’ kunnen informeren.(kijk maar eens op de site van Uitgeverij Boekscout.nl) Hierin beschrijf ik de laatste weken, uren, dagen, soms minuten van onder meer Jeanne D’Arc, Vincent van Gogh, Jezus van Nazareth, Mozart, Anne Frank en John Lennon. Sommige wel, anderen helemaal niet voorbereid op dat einde en daardoor al helemaal niet op die ‘oversteek’. Ik vond het als schrijver in ieder geval een eer deze laatste uren met deze prominenten mee te maken en hun verhaal door te geven. Verder prima stukje Ben en om in muziektermen af te sluiten: Seein’s believin’ van Eric Carmen. Ook puik!!

  4. Hoi Ben,
    Kijk eens naar het filmpje ‘ I’m free ‘ van the Who (Tommy) en ga dan lekker hardlopen….
    Ik wens je een hele fijne zorgeloze zomer!

    1. Meteen gedaan.

      And no one has the guts to leave the temple….

      Misschien moet je eerst even buiten de temple gaan staan om in alle vrijheid je keuzes te kunnen maken.

      Ik zet de volgende keer met hardlopen Tommy op.

  5. Wederom weer mooi verwoord op schrift Ben.
    Iedere keer weer genieten van je blog.
    Om bij mevr. Hilhorst te blijven, die ik ook gekend heb, wees maar gewoon jezelf dan doe je gek genoeg.
    Prettige vakantie

    1. Dus jij hebt mevrouw Hilhorst ook gekend. Ik alleen van dat interview toen ze honderd jaar geworden was, maar dat maakte grote indruk op me. Zou mevrouw Hilhorst de bron zijn van het zo bekende ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’?

  6. Mijn tienerjaren lagen in de jaren 50 en 60 en dat was het tijdperk van de Rock and Roll, de eerste periode waarin er een specifieke muziekcultuur voor de jeugd ontstond.

    Ook stammend uit een calvinistisch milieu, maar gelukkig niet al te streng, werd deze muziek thuis bepaald niet gewaardeerd. Terwijl ik genoot van de ruige klanken van Little Richard, Jerry Lee Lewis, Fats Domino en uiteraard vooral Elvis Presley, werd mijn moeder gek van die herrie en draaide de radio uit. Voor een tientje kocht ik van een vriend een transistorradiootje en luisterde op zolder naar ‘Tijd voor Teenagers’. Op de Rotterdamse rommelmarkt scharrelde ik voor een prikkie een simpel pick-upje en een paar singeltjes van Fats (Blueberry Hill) en Elvis (Jailhouse Rock) bij elkaar. Fantastisch! Toen de Rock and Roll wat beschaafder werd (Cliff Richard, Pat Boone, Ricky Nelson, Everly Brothers. Blue Diamonds enz.), werd de muziek ook thuis wel geaccepteerd. Hello Mary Lou van Ricky Nelson heb ik grijs gedraaid in tijden van hopeloze verliefdheden. Wat die muziek met mij deed, laat zich moeilijk beschrijven. Het werkte als een soort drug en bracht me in ‘Hochstimmung’. Ik kon de hele wereld aan en zag een glansrijke toekomst voor me.

    Later ben ik allerlei stijlen gaan waarderen: een breed en tamelijk vaag scala. Maar dat gevoel van ‘Sturm und Drang’ en ‘Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt’ kwam niet meer terug. Dat hoort nou eenmaal bij de tienerjaren. Wel jammer trouwens.

    1. Hans,

      Jouw reactie brengt me ook in een soort van ‘hochstimmung’. Ik ben van een paar jaar later. Ook ik hield de transistorradio bijna dag en nacht bij mijn oor, maar dan hoorde ik Ha ha said the clown van Manfred Mann en Atlantis van Donovan. Elvis, Chuck Berry en Little Richard ben ik pas later met terugwerkende kracht gaan waarderen.

      Maar het gevoel is hetzelfde. Mijn liefde voor popmuziek is nooit meer overgegaan.

      Dankjewel voor je prachtige ontboezeming.

  7. Wat een prachtige blog, Ben. Mooi dat je de vragen open laat. Met Ad van Veen ben ik het eens dat zoeken doel op zich kan zijn. Niet omdat je dat zoeken nou graag zo eindeloos lang volhoudt, maar omdat je altijd intuïtief of innerlijk of hoe dan ook weet of voelt dat je ‘er’ nooit achter komt. Het vinden is altijd weer tegelijk een loslaten, want het is ‘het’ nooit helemaal. Wat mooi dat ook jij net als Roger Daltrey dat zo ervaart!

    Ik ervaar zelf trouwens ook dat dat blijvende zoeken gepaard kan gaan met het vertrouwen dat mevrouw Hilhorst had. En dat een vertrouwen dat je (of dat de wereld) hoe dan ook bij God wel terecht zult (zal) komen, niet wegneemt dat je ook nog eindeloos veel vragen kunt hebben. Vragen, of misschien kan ik voor mezelf beter zeggen: verlangen. Ik hoef geen rationeel antwoord op vragen als hoe het allemaal zit met de wereld en mijzelf en zo. Maar ik zou wel graag toegroeien naar een soort evenwicht – een aanvaarding van wat is, een loslaten van persoonlijke hang ups en onzekerheden, een leven vanuit dankbaarheid dat ik leef en dat er zoveel schoonheid is in het leven en vanuit dat ervaren me inzetten voor de wereld…

    Nou, zoiets dus.

    Ik wens je een hele mooie vakantie met veel ruimte om te mijmeren! Enne, mocht je op ideeën komen voor popsongs en andere liederen uit de moderne muziek rond het thema ‘sound of silence’ (dit is het thema voor de top2000-dienst die we op 30 december in de Eshof in Hoevelaken willen houden), dan houd ik me aanbevolen!

    Warme groet.

    1. Ellie,

      Ik was erg benieuwd wat jij als (mijn) predikant van dit blog zou vinden. Nou, zoiets dus.

      Toegroeien naar een soort evenwicht – een aanvaarding van wat is, een loslaten van persoonlijke hang ups en onzekerheden, een leven vanuit dankbaarheid dat ik leef en dat er zoveel schoonheid is in het leven en vanuit dat ervaren me inzetten voor de wereld…

      Ik groei graag met je mee naar dat evenwicht.

      En over die popsongs voor de sound-of-silence-dienst ga ik nadenken.

      Erg bedankt voor deze persoonlijke reactie.

      Warme groet terug.

  8. Wat een mooie ontboezemingen, Ben!
    Zelf hield ik altijd het meest destijds van de teksten van Simon en Garfunkel. Nooit waren zoektochten mooier verwoord en melodieuzer getoonzet!
    Ik heb de moed opgegeven ultieme waarheden te verkrijgen en het heeft me opgelucht. In plaats daarvan probeer ik me te concentreren op het leven van alledag. Op pogingen dat leven, deze dag, te genieten en er iets goeds van te maken. Iets voor mezelf en mijn medemens te betekenen. Natuurlijk lukt dat de ene dag beter dan de andere. Dat zie ik bij mezelf en in mijn omgeving. Ik houd het er maar op dat het gaat om de tocht zelf, niet om het doel, het eindresultaat. Dat geldt ook voor geloven: zoeken, tasten, vallen, opstaan, lachen, huilen. Ik volg vol be- en verwondering de lotgevallen van columnist Steven Sanders, die roomskatholiek geworden is, en zich daardoor van alles moet laten welgevallen van zijn grachtengordelvriendjes. De tolerantie daar is ver te zoeken, daar kan de bible belt nog wat van leren!

    1. Als je zoekt naar ‘het geluid van de stilte’ ben je wel een echte Zoeker, volgens mij 😉.
      Dank voor je persoonlijke reactie.

  9. Doordat me bij de centrale vraag die Ben stelt in zijn blog niet direct een kort antwoord binnenvalt, mijmer ik eerst even over de ‘warme groet’-‘ uitwisseling tussen Ellie en Ben.

    Onder een bericht dat ook door anderen kan worden gelezen, volsta ik meestal met een neutrale vriendelijke groet, een enkele keer, doe eens gek, met een hartelijke groet.

    Nu vraag ik me af of ik me daarmee wel genoeg onderscheid en of ik met mijn afsluiting mijn gevoel jegens de geadresseerde niet wat explicieter moet verwoorden.

    Er openbaart zich ineens een enorm scala aan mogelijkheden.
    Koude groet.
    Neutrale groet.
    Boze groet.
    Warme groet.
    Lieve groet.
    Hete groet.
    Enz.

    Nee, bedenk ik me, ik ga niet ook nog over de afsluitende groet nadenken. De boodschap moet voldoende zijn. Wat ik van de geadresseerde vind, deel ik op andere wijze, maar altijd leuk om te zien hoe anderen durven afwijken van vaste patronen.

    1. Hans,
      Vermijd keuzestress, ik zou zeggen, besluit je brieven en mails standaard met het degelijke ‘Hoogachtend’ en je zit altijd goed 😉.

  10. Goed te zien dat er nog nagedacht wordt over de zin van het leven, al zullen velen op deze vraag vastlopen. De wereld zou er waarschijnlijk heel anders uit zien mochten meer mensen zich in dit vraagstuk verdiepen. Maar de natuur heeft voor alles het juiste moment. Al deze gezamelijke gedachtes naar aanleiding van een muziekstuk !

    1. De ‘zin van het leven’, dat is inderdaad zware kost. Ik schrijf al: ik heb geen pasklare antwoorden. Maar misschien moeten we ons ook niet blind staren op de vraag wat ‘de zin van het leven is’. Misschien is het beter jezelf af te vragen hoe je je eigen leven ‘zin kan geven’. En dan niet te hoog inzetten.

      Jij bent in je vrije tijd muzikant. Jij kunt met je gitaarspel mensen ontroeren, in beweging zetten en – wie weet – net als U2 en The Who ook aan het denken zetten. Heel zinvol, lijkt mij.

      Viva la musica!

  11. Mooie overwegingen Ben. Tja zoekers zijn we allemaal denk ik.
    Nick Cave schreef wat mij betreft met de koortsige gospelbluesrock ‘There she goes my beautiful world’ een van de mooiste zoekliedjes. Het nummer is een lange opsomming van de genieën van de wereld die hun magistrale ideeën achteloos op de achterkant van een bierviltje schrijven terwijl hij maar ligt te wachten op de goddelijke inblazing. ‘Well, me, I’m lying here, with nothing in my ears, I’m just lying on my bed with nothing in my head’, ‘Send that stuff on down on me’ herhaalt hij met wanhoop in zijn stem. De kwelling van de kunstenaar. Op zoek naar de muze of als de duistere knisperende en schurende gelovige die Cave is ook naar God. Niet iemand die gemoedsrust heeft gevonden in zijn geloof zal ik maar zeggen.

    Maar Ben, jij hebt vast nog niet onze herziene stilteruimte in de hal van Tergooi gezien. Achter de glazen deur hebben we dit voor een stilteruimte wat prikkelende ‘vindgedicht’ van Martin Bril laten plaatsen:

    Wat we willen:
    Momenten
    Van helderheid
    Of beter nog: van grote
    Klaarheid

    Schaars zijn die momenten
    En ook nog goed verborgen

    Zoeken heeft dus
    Nauwelijks zin, maar
    Vinden wel

    De kunst is zo te leven
    Dat het je overkomt

    Die klaarheid, af en toe

  12. Prachtig dat je Nick Cave aanhaalt. Ik ben blij met een aantal geestelijk verzorgers in mijn lezerskring. En als ze dan ook nog van (rock)muziek houden…

    Ik had het gedicht in het Stiltecentrum wel gezien, maar door jouw reactie komt hij pas echt binnen.

    Dankjewel voor je mooie reactie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *