Twee ‘diggers’, whisky en muziek

Stilleven whisky en Robert JohnsonWhisky proeven met een muziekje erbij, dat is het idee voor deze zaterdagmiddag. Het wordt een memorabele middag.

Deel dit blog

Ik waag me niet aan whisky. In mijn jonge jaren lurkte ik wat al te uitbundig aan een fles whisky die een vriend voor een paar gulden uit Calella had meegenomen. Goedkope zooi. Bocht. Nooit heb ik het kotsmonster erger in de ogen gekeken. Ik sprak met mezelf af nooit meer whisky te drinken. Ik proef enkele speciaalbiertjes.

Mijn vrienden Erik en Hans zijn liefhebbers van whisky en muziek. Erik reist het liefst elke zomer naar Schotland om daar in Campbeltown, Islay of Speyside een vergeten whiskystokerij te bezoeken. Hans is eenzelfde ‘digger’ waar het muziek betreft. Hij ging op pelgrimsreis naar Belfast, naar het arbeidershuisje waar zijn held Van Morrison opgroeide. Het slonzige straatje ligt vlakbij het sjieke Cyprus Avenue, bezongen door de Ierse bard.

We draaien deze middag muziek van de Club van 27: artiesten die op 27-jarige leeftijd het leven lieten. Voorbeelden: Robert Johnson, Brian Jones, Jimi Hendrix, Janis Joplin, Jim Morrison, Kurt Cobain en Amy Winehouse. Hans is ook nu weer aan het graven geweest. Hij draait een opname van Love in Vain van Robert Johnson uit 1937. Daarna draait hij hetzelfde nummer, maar dan in een live-uitvoering van de Rolling Stones.

Erik haalt intussen een flesje tevoorschijn. Mijn eerste gedachte is dat hij dit flesje gevuld heeft voor onderzoek bij de uroloog. Hij kondigt zijn kostbare kleinood aan als ‘een flesje waarvan er maar één is in Nederland’.
Voor hij zijn ‘dram’ inschenkt, vertelt hij over de Malt Master Tour die hij met een aantal fijnproevers maakte naar de Glengoyne destilleerderij in Schotland. In een proeflokaal konden ze hun eigen whisky samenstellen. Aandachtig schenkt hij zijn unieke mengsel in het glas. Met een pipet druppelt hij wat water bij, zodat de ‘whisky tot leven komt en alle aroma’s zich openen’. Hij werkt met de nauwkeurigheid van een chemisch laborant.

Ze kolken de whisky even in het rond en duwen dan hun neuzen tot drie keer toe diep in het glas. Ze zoeken naar de geur van de eikenhouten vaten waar de drank jarenlang in is gerijpt.

Als de twee glazen naar tevredenheid zijn geprepareerd, staren beide heren naar hun glas, of ze zich als polsstokhoogspringers voorbereiden op een sprong in het oneindige. Ze kolken de whisky even in het rond en duwen dan hun neuzen tot drie keer toe diep in het glas. Ze zoeken naar de geur van de eikenhouten vaten waar de drank jarenlang in is gerijpt, naar een vleugje vanille, zoete mais, bloemige noten.
Dan het grote moment. De slok. Hans en Erik kijken stil voor zich uit, of ze ten derde dage zijn opgestaan, opstijgen ten hemel. Hier wordt genoten. Hans bedankt zijn whiskyvriend dat hij deelgenoot mag zijn van dit bijzondere flesje.

Robert Johnson komt weer ter sprake. Volgens de overlevering vond de talentvolle gitarist en blueszanger op 16 augustus 1938 zijn einde door vergiftigde whisky te drinken. En dat doet me dan ineens weer denken aan die kotswhisky uit Calella.

Ik schenk mijn glas La Chouffe Blonde nog een keertje bij.

Ben Tekstschrijver

Gek van whisky, van muziek. Of wijn. Of een modelspoorbaan. Ik ken iemand bij wie het hart sneller gaat kloppen als hij het binnenwerk van een uurwerk ziet. Herken jij iets van deze bevlogenheid? Leuk als je reageert.

Deel dit blog

Reacties Geef een reactie

  1. Heerlijk zoals jij het “genieten” van beide mannen omschrijft. Je krijgt bijna zin om ook een slok te proberen. Had jij dat niet Ben? Bijna…

    1. Ik werd wel even overvallen door de gedachte ‘ik weet niet wat ik mis’, maar het jeugdtrauma van de Calella-whisky maakte toch dat ik geen moeite had het bij mijn La Chouffe te houden.

  2. Terug naar Calella wordt Terug naar Campbeltown als het aan Hans en Erik ligt. Gewoon wat minder blond worden zou Jan Wolkers voorschrijven.
    Gr. Frank

    1. Onze whiskytour door Schotland in 2019, bracht ons inderdaad ook naar Campbeltown, waar we o.a. de Cadenhead warehouse tasting gedaan hebben.

  3. Sinds corona uitbrak lijken de dagen voor mij op elkaar en zoek ik toch wat afwisseling in dingen die wel mogen. Enige keren per week bestaan mijn uitjes nu uit wandelingen naar de plaatselijke slijter, gecombineerd met bezoekjes aan de glascontainer. Heerlijk overigens die sensatie van brekend glas. Nick Lowe bezong het al: https://www.youtube.com/watch?v=BDbUEydkuR8

    Erik (de fijnproever uit de blog van Ben) had me enthousiast gemaakt voor whisky en daarmee ging ik kwiek aan de gang. Kreeg zelfs na enthousiast overleg met Erik een stuk of 10-12 kleine flesjes thuis gestuurd voor ongeveer €50. Kleine hoeveelheden van verschillende merken. Op de vraag van Erik welke geproefde whisky ik het meest waardeerde, had ik geen antwoord. Ik vond ze allemaal kostelijk. Ik vermoed dat mijn smaak/reukvermogen niet al te fijnmazig te werk gaat. Gaandeweg kreeg ik toch wel voorkeur voor een paar merken, en merkwaardig genoeg niet de duurdere merken, maar de wat goedkopere. Johnny Walker Double Black en Jack Daniels sprongen eruit. Mijn slijter kreeg gaandeweg door dat ik gevoelig was voor de prijs/ervaren kwaliteit-verhouding van sterke drank en raadde mij Rogge Genever van Zuidam aan, 1 jaar vat gelagerd. Dat laatste zegt me niks, maar ik vind HET nu al langere tijd subliem smaken. Mijn ‘rikketik’ gaat zelfs harder kloppen als ik aan genoemde hartversterking denk.

    1. Haha, enkele malen per week als uitje naar de slijter, gecombineerd met een bezoekje aan de glascontainer. En elke keer weer genieten van de ‘sound of breaking glass’ en denken aan Nick Lowe. Ook dit kunnen we beschouwen als een ‘blend’ van drank en muziek. 😊

      ‘1 jaar vat gelagerd’ zegt mij ook niks. Bier zit in vaten, dat weet ik wel. Fusten. Toch is er ook een brug te slaan tussen vatgerijpte whisky en bier. Zo – en ik citeer van de website van Hertog Jan – is de Grand Prestige Vatgerijpt van Hertog Jan dit jaar ontstaan door Grand Prestige bier te laten rijpen op whiskyvaten uit de Schotse Highlands, Lowlands, Speyside en Islay.

      Iets voor een volgend proeverijtje.

  4. Hoi Ben,
    “De blog waarvan je wist dat die zou komen”. Muziek en whisky is voor mij al jaren een uitstekende combinatie, waar we bij jou thuis in klein committee de daad bij het woord voegden. Een mooie middag werd dat uiteindelijk.

    Robert Johnson schijnt inderdaad gestorven te zijn aan het drinken van vergiftigde whiskey (met een “e” want Amerikaans). Volgens de overlevering legde Johnson het op zijn muzikale rondreizen aan met lokale vrouwen. Dit kon uiteraard de goedkeuring van hun vriendjes of echtgenoten niet hebben. Zo kreeg Johnson een fles whiskey aangereikt, die door een vriend uit zijn hand werd geslagen: “never drink whiskey out of a bottle which is already open”. Waarop Johnson zou hebben geantwoord: “never knock a bottle of whiskey out of my hands.” De volgende geopende fles zou hem fataal zijn geworden.

    De fles Glengoyne die beschreven is, heb ik inderdaad zelf samengesteld in de Glengoyne distilleerderij. Dit als onderdeel van een 4-daagse whisky (zonder “e” want Schots) tour in Schotland met vier vrienden. Bijzonder in alle opzichten. Zo overnachtten we in een B&B dat eigendom was van een echte Llaird. Zijn stamboom hing bovenaan de trap. In de ochtend zagen we hem echter als een echte “tokkie” tegen de voorgevel van z’n eigen B&B aan pissen, nadat hij uit een bezemkast kwam gestommeld waar hij samen met zijn hond op een matras de nacht had doorgebracht. Zijn vrouw was volgens ons gewoon in de slaapkamer. Buiten op het terrein in een caravan verbleef een Engelsman die al enkele maanden onder de radar van justitie probeerde te blijven.

    Een onvergetelijke reis door het altijd mooie Schotland met mooie verhalen om op terug te kijken.

    1. Jij geeft hier aan dat whiskey Amerikaans is, wat op zich klopt, maar zijn oorsprong heeft in het feit dat het merendeel van de Europeanen (uit een whisky land) uit Ierland kwamen, dus zodoende is whiskey er in geslopen. Overigens kent het Engels zowel whisky als whiskey. De eerste als aanduiding voor het bruine vocht uit Schotland en de tweede voor het bruine vocht uit Ierland.
      Beide landen gebuikte oorspronkelijk Gaelic als taal maar van daaruit is het oorspronkelijke woord “usquebaugh” op deze twee verschillende manieren naar het Engels vertaald. Usquebaugh betekent overigens letterlijk “eat de vie” of wat dat ook in het Nederlands mag zijn.

      1. Hoi Bert,

        Het ging mij hier meer om de schrijfwijze. Die is nogal verwarrend; zeker in dezelfde tekst:

        Geschreven met “e” – whiskey: Ieren en Amerikanen
        Geschreven zonder “e” – whisky: Schotten en Canadezen

        Usquebaugh betekent “water des levens”.

    2. Een echte Ljaird, met zijn stamboom hangend in het trapgat, maar wel slapen in de garage en pissen tegen zijn eigen gevel. Om het in goed Nederlands uit te drukken: never judge a book by it’s cover.

      Mag ik je nu alvast uitnodigen voor de volgende bijeenkomst, want dit zijn de verhalen die zo’n proeverijtje zo leuk maken.

  5. De bevlogenheid ken ik zeker en koester die vooral. Heerlijk toch om ieder uurtje wat je over hebt aan een bevlogen hobby te kunnen besteden. Ga ik mijn kinderen later ook meegeven. Ik zelf heb dat ook bij muziek en het aan elkaar mixxen daarvan. Het moment dat iemand met Shazam staat of naar je schermpje komt voor een foto van de track is iedere keer weer een overwinning! Mocht je geïnteresseerd zijn in een rollende housegroove dan moet je het maar even laten weten. Ik kies ook voor het speciaal biertje. De appel valt niet ver van de boom.

    1. Jij maakt je eigen unieke ‘blends’ van muziek. En dan het zoet van de overwinning. Daar nemen we een biertje op… 🍺🍺🍺

  6. Prachtig de passies die mensen kunnen hebben! De vele kook-, bak-, wijn-, en muziekpromma’s maken dat wel duidelijk.
    Een whisky-programma ken ik niet, maar zal ook ongetwijfeld ergens zijn.
    Mijn hart gaat sneller kloppen van The Great British Sewing Bee, te zien op BBC. Daarin krijgen deelnemers de opdracht om in een relatief korte tijd een zelf ontworpen kledingstuk in elkaar te zetten.
    Als 10 jarige zat ik al op naailes en weet al heel lang wat een kunst het is om een mooi afgewerkt en goed passend kledingstuk te maken. Heerlijk om te zien.

    1. Geen alledaagse interesse: kleding ontwerpen en maken. Leuk. Ben je alleen een passieve genieter, met andere woorden: kijk je hier alleen op tv naar of zit je zelf ook regelmatig achter de naaimachine?

      Kleding is een vorm van zelfexpressie. Ik ben wel benieuwd wat je dan voor jezelf maakt.

      1. Bij het toekijken beginnen mijn handen te jeuken 😉. Ik ben zeker zelf ook actief achter de naaimachine maar met de hand maken vind ik ook heel leuk.
        Wat ik maak is te veel om op te noemen, alles wat vrouwen dragen. Zolang het m.i. maar mooi staat, bij iemand past en goed zit.

  7. Leuk verhaal weer, Ben. Ja, je kunt met drank en muziek vele kanten op. Mijn vrouw is Ierse, dus ik heb al vele ‘whiskeys’ daar geproefd. Zelfs bij de oudste destilleerderij ter wereld in Bushmills geweest. Maar qua persoonlijke smaak kom ik toch bij de whisky (dus zonder die Ierse ‘e’) terecht. Een echte ‘Scottish’ heeft net iets meer pit dan zijn vele Ierse broertjes. Volgens mij dan, want velen zullen precies het tegengestelde vinden. Met muziek is het eigenlijk net zo: Horse Lips met een ‘e’ of toch maar Paolo Nutini zonder? Ach, alweer een kwestie van smaak.

    1. Jij gaat voor de ‘Scottish’ whisky (zonder e), ik ga voor de muziek van Paolo Nutini (zonder e), wel ‘Scottish’ (zijn moeder komt uit Glasgow).
      Wanneer maakt die gozer eindelijk weer eens een plaat en gaat hij de planken op. Of moet zijn muziek net als whisky jaren ‘rijpen’ voor het ‘klaar is voor consumptie’ en moet ik me troosten met de gedachte ‘wat in ’t vat zit, verzuurt niet’?

  8. Hoi Ben, ik ben ook meer van het biertje en het rode wijntje, maar toch heb ik aan een Ierse whiskey een hele goede herinnering. Jaren geleden brachten wij een vakantie door in Connemara, een van de mooiste streken van het toch al zo prachtige Ierland. Aer Lingus bracht ons van Amsterdam naar Dublin en vervolgens met een zogenaamde flying coffin al schokkend en stotend naar Galway. Onderweg kocht ik taxfree een halve liter Jameson in een plastic flesje. In Galway stond mijn fly-and-drive Ford Fiesta al klaar en bracht ons verder naar Oughterard, waar we een met riet bedekte cottage right in the middle of nowhere hadden gehuurd. Echter we waren een dag te vroeg, dus zochten we eerst de cottage op, om te zien waar we de volgende dag terecht zouden komen. Het was een plaatje. Om een nacht in een bed-and-breakfast door te brengen, besloten we naar de kust te rijden, hemelsbreed zo’n 25 km. Op de kaart vond ik een klein wit weggetje richting zuiden en we besloten dat maar te nemen. Inmiddels werd het donker en begon het te regenen. De volgende twee uren waren een verschrikking. Het weggetje was net iets meer dan een karrespoor en slingerde eindeloos tussen rotsformaties, heidevelden en zwarte meertjes door. Links rijden was hier geen probleem, want er waren geen tegenliggers. Nergens verlichting of verkeersborden en geen strepen op de weg. Op wat verdwaalde schapen en hier en daar ruïnes van verlaten hutten na was er helemaal niets. Stapvoets in het aardeduister met spannende bochten, terwijl de regen tegen de voorruit striemde, is 25 km wel een verrekte eind. De opluchting was groot toen we eindelijk de oceaan zagen glinsteren en al snel vonden we een authentieke Ierse Inn, waar we een solide kamer konden krijgen. Vermoeid van de reis opende we ons flesje Whiskey en dronken een paar flinke bellen uit het tandenpoetsglas. Het smaakte goddelijk en na het krijgen van de slappe lach vielen we in een zalige slaap. De volgende morgen scheen een stralende zon en we namen dezelfde weg terug. Het landschap was adembenemend mooi en niets herinnerde aan de barre tocht in het nachtelijk duister. De volgende 10 dagen van onze vakantie bleef het zonnig, wat voor Ierland uitzonderlijk is. Het ontlokte miss O’Halleron, onze gastvrouw, de opmerking: ‘you are very, very lucky’. Wat een land, wat een natuur, wat een vakantie! En nooit of nergens smaakte de whiskey zo goed als in het onvolprezen Connemara.

    1. Ik ben met Elly eenmaal naar Ierland geweest. We hebben ons toen beperkt tot het zuidelijk deel van het eiland. Met onder andere The Ring of Baera, Cliffs of Moher en Galway.
      Genoten van de natuur, de muziek en de relaxte mensen. Wat dat laatste betreft vind ik de volgende anekdote treffend:

      Een Nederlands echtpaar rijdt op een dinsdag door het platteland van Ierland. Ze willen weten hoe laat het is. De vrouw van het echtpaar vraagt het aan een boer die over een hek leunt. De boer kijkt naar de vakantiegangers en schudt niet begrijpend het hoofd. Hij zegt: ‘It’s Tuesday all day, my love.’

      Een levensles.

      Het was een prachtige vakantie. We overwegen ook de noordkant op onze bucketlist te zetten.

  9. Ha, Ben, het kotsmonster. Wat een woord. Ooit heb ik me met mijn beste vriendin van de middelbare school bezat. Enkel om die ervaring te hebben en te weten hoe het voelt straalbezopen te zijn.
    Zij had een fles gin gekocht en ik een fles likeur (waar dacht ik godsnaam aan?!). Ik meen cherry brandy. We waren 17, zaten op Anneke’s kamer terwijl haar ouders nietsvermoedend beneden t.v. zaten te kijken. Een langspeelplaat van Billy Holiday zorgde ervoor dat we in een melancholieke stemming kwamen. Nooit heb ik mooier en mismoediger gekweel beluisterd. Stiekem zaten we al drinkend te wachten totdat we in een praatgrage stemming zouden komen en al onze intiemste geheimen zouden delen. Wat er gebeurde was dat we snel beneveld raakten en somber en in onszelf gekeerd. Op enig moment zaten we te janken, hadden we het over verloren liefdes en onmogelijke liefdes. Ik was gek op Adamo, zij op Mick Jagger. We minachtten elkaar om die foute keuzes. Op enig moment, half in slaap en geheel beneveld viel de fles gin om. De moeder van Anneke kwam de kamer binnen, weet ik nog, en schold ons de huid vol. Ze sommeerde mij naar huis te gaan maar zag dat ik daartoe niet meer in staat was. Ze belde mijn ouders maar die waren niet thuis. Ze dweilde de vloer. Anneke kotste daarna de boel weer onder en de ‘rest is history’
    De volgende ochtend, eigenlijk was het nog in de nanacht keek ik het kostmonster diep in de ogen. Ik kon de po die onder het bed stond nog net naar me toegraaien. Kleedde me aan en sloop het huis uit om de ergste dag ooit te beleven…

  10. Herkenbaar! Dat soort ‘mannenavonden’ passeren eens in de zoveel tijd, en weemoedig vragen we ons af of we dat niet vaker zouden moeten doen … Helaas; dat soort grootse avonden laat zich niet plannen!

    Toch … vraag ik me af hoe het geluid tot jullie komt, bij zo’n gelegenheid. Draait er dan ouderwets vinyl of Spotify je dan de klassiekers door de speakers? Daar gaat de nostalgie, zou ik denken …

    Anyway: herkenbaar!

    1. Het geluid kwam deze keer tot ons via cd’s. Spotify gebruik ik meer zoals ik vroeger de koptelefoon in de platenzaak gebruikte: luisteren welke muziek je eventueel wilt aanschaffen. En tijdens een hardlooprondje is Spotify natuurlijk ook ideaal, maar – je hebt gelijk – tijdens het proeven van een gerijpte whisky past een krakende LP. Al zullen de vinylplaten van Robert Johnson – zo ze er nog zijn – wel erg krassen en kraken, vermoed ik.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *