Na een zonnig terras in Amersfoort fiets ik goedgemutst naar huis. Ineens hoor ik voor me gerinkel. Fietsen vallen om, een achterlicht vliegt over het wegdek. Uit de hoek van het geluid rijdt een gast op een scooter op me af. Geeft gas. Kijkt niet om. Ik kijk ‘m na, dit deugt niet.
Er ligt een vrouw op de grond. Ze houdt met haar handen haar been omhoog, haar voet bungelt aan het bot als een vis aan een hengel. Ik speur nog even de straat af, de scooter is nergens meer te zien. Een vrouw naast me belt 112, EHBO’ers schieten toe. De vrouw is nog bij machte haar zoon te bellen.
‘Je moet komen, mijn voet is kapot,’ zegt ze.
Ontdaan en boos fiets ik naar huis. Thuis bel ik de politie om het signalement van de doorrijder door te geven.
Elly ligt thuis met corona onder een dekentje op de bank. Ze kan daardoor niet op haar kleindochter passen. De kleindochter – bijna twee – heeft dat in de gaten en zegt tegen haar moeder: ‘Oma nou?’
Haar moeder start een beeldbelsessie. Kleindochter ziet oma onder een dekentje liggen en toont haar medeleven. Eén vraag herhaalt ze continu.
‘Oma tiek? Oma plapen?’
Ik heb een afspraak in Amersfoort. Als ik mijn dorp uit fiets, steekt een docent met een klas scholieren in een lange sliert de dorpsstraat over naar de ingang van het bos. Sommige leerlingen dragen oranje veiligheidshesjes. Voor me fietst een puberjongen, met batterij, daardoor met aardige snelheid. Tot mijn verbazing remt hij niet af als hij de overstekende klas ziet, hij rijdt op volle snelheid dwars door de groep heen. Een meisje raakt met haar voorwiel zijn achterwiel en valt. De jongen kijkt niet op of om en geeft nog wat gas.
‘Hij rijdt gewoon door,’ zegt een vriendin tegen het verbouwereerde meisje.
Het meisje staat op, de schade valt mee, even vangen onze blikken elkaar.
‘Wat een eikel,’ zeg ik.
De eikel is intussen niet meer in te halen.
Ik vraag mijn kleinzoon van ruim twee om een kusje. Daar is hij altijd wel voor te porren. Met zachte blauwe ogen en een getuit mondje loopt hij op me toe. Ik ga door de knieën en geef hem meteen een hug. De omstanders raken vertederd. Kleinzoon ziet dat, voelt dat, en gaat de hele kring langs. Oma, mama, papa, iedereen krijgt van hem zijn getuite mondje cadeau.
Hufterigheid won het van invoelend vermogen en empathie. Maar ook zíj zijn klein geweest. Lief geweest. Wat is er in die tussentijd gebeurd?
Bij een traumatische gebeurtenis kan een mens vluchten, vechten of bevriezen, leert de psychologie. Kan bij deze doorrijders sprake zijn geweest van vluchten? Ik geloof er niks van. Hier won hufterigheid het van invoelend vermogen en empathie. Ook zíj zijn klein geweest. Lief geweest. Ook zíj zullen vroeger wel eens iets gezegd hebben als: ‘Oma tiek, oma plapen?’ Ook zíj zijn vast wel eens met getuite kuslippen de familiekring rondgegaan. Wat is er in die tussentijd gebeurd?
Ik denk aan een uitspraak van Simon Carmiggelt: Kleine kinderen zijn leuk, maar weet jij waar die grote lammelingen vandaan komen?’
Ben Tekstschrijver
Heb jij dit soort ervaringen? Weet jij het? Wat is er in die tussentijd gebeurd? Reacties weer van harte welkom.
Bijna 1000 vaste lezers gingen je voor.
Ben Tekstschrijver blogt ook op Zorgkaart Nederland, Mijnkwaliteitvanleven.nl, Taalvoutjes (Paus op non actief I Pferdreiten), Schrijven Online, D!scura, Nijkerk Nieuws en Aanlegplaats: thuishaven voor blogs vol literair talent en ook op Aanlegplaats: Ben de Graaf, het interview en De vangst van Ben de Graaf.
Ik ga nog steeds graag naar concerten, het liefst dicht bij huis. Is het verder weg, dan blijf ik bij voorkeur overnachten in de stad waar het optreden plaatsvindt. Dat was vroeger anders, ik scheurde rustig op en neer naar bijvoorbeeld Groningen. Toch dik 260 km op een avond. Dat scheuren was gesubsidieerd, boetes voor te hard rijden waren fiscaal aftrekbaar. Die avond was ik vanuit Groningen op weg naar huis toen ik in de buurt van Staphorst autopech kreeg. De aandrijfriem had ’t begeven (begreep ik later). Het was nog in de tijd van de ondraagbare mobiele telefoons en een praatpaal was niet in de buurt. Voordat ik het wist was een auto gestopt en vroeg de bestuurder of hij me kon helpen. Om een lang verhaal kort te houden: ik overnachtte in Staphorst en de volgende dag kwam de ANWB me verder helpen.
Kijk, zo kan het ook!
Mooi en treffend geschreven en ergens hoop je dat het toch niet waar is en dat het je zelf niet overkomt…
Klein geweest, onschuldig geweest en lief geweest. Dat geldt waarschijnlijk ook voor Hitler, Poetin en ik kan er zo nog wel een paar opnoemen. En wat er in die tussentijd gebeurd is? Geen idee, maar die hufters hebben zeker iets essentieels en waardevols gemist. Genegenheid? Opvoeding? Liefde? Aandacht? Vertrouwen? Waardering? Misschien wel een combinatie van deze zaken? Het resultaat voor onze maatschappij is in ieder geval dieptreurig.
Heel herkenbaar Ben
vorige week bij Action Nijkerk geweest. problemen met betalen in de parkeer garage. komt een jongedame bij ons staan vraagt of ze kan helpen! Drukt op een knop zegt tegen de meneer dat de automaat het niet doet, nee zit een verfrommeld kaartje in!! Wij lopen alle 2 met zuurstof, moet je naar de andere kant om te betalen! Wat denk je de bewuste dame zei? wacht maar even ben zo terug, komt weer terug geeft het kaartje aan mijn man . ik zeg wat krijg je van mij?? Een antwoord NIKS, ik zeg ja maar zij antwoord nog een heel prettige dag samen !!
Het is de kunst om Rutger Bregman te blijven geloven: ‘De meeste mensen deugen’.
Maar het is soms lastig.
De meeste mensen deugen, ik geloof het graag. En inderdaad, die twee opgeschoten knapen in mijn blog zijn niet representatief voor al hun leeftijdgenoten. Ik parafraseer Rutger Bergman: ‘Alle kleine kinderen deugen’.
Ik moet ineens denken aan het ouderwetse woord: deugniet. Maar een onschuldige deugniet is natuurlijk nog geen amorele lammeling.
Ooit werd ik zelf voor een soort van verkeershufter uitgemaakt. Ik reed in hartje Napels en stopte voor een rood stoplicht. Onmiddelijk begon een salvo van toeterende claxons achter mij en toen ik achterom keek wezen sommigen met hun wijsvinger naar hun voorhoofd. Aha, het was dus niet de bedoeling om te stoppen voor rood. Voor mijn eigen veiligheid ging ik me toch maar aanpassen en bleef ook ‘gewoon’ (met klamme handen) doorrijden. De wereld op z’n kop!
Eerst Napels zien en dan… voor verkeershufter uitgemaakt worden 😉
Weer mooi geschreven Ben. We hebben het steeds over opvoeden. Vroeger leerden we de kinderen dat ze van andermans spullen moeten afblijven. Tegenwoordig moet je ze leren om goed op hun spullen te letten. Dit is een maatschappelijk probleem die niemand durft aan te pakken. Angst voor represailles. Vroeger was TV een educatie platform. Daar er niet of minder naar tv wordt gekeken, moet social media en met name de influencers het gaan overnemen. Een schone taak voor de begeleiders van deze influencers om erop toe te zien dat huftergedrag niet cool is. Er is veel geweld in videoclips enz. Ik hoop dat het veiliger wordt voor iedereen.❤️🙏🏼🙏🏼❤️
Dankjewel voor deze invalshoek.
Als de opvoeding van onze jeugd afhangt van social media en influencers hou ik mijn hart vast. Juist op social media heerst vaak het recht van de grootste schreeuwer. Bovendien hebben influencers vaak hun eigen belangen: ze willen platen of make up verkopen. En er zijn influencers die niet bepaald het goede voorbeeld geven, bijvoorbeeld omdat ze hun vriendin mishandelen.
Ik stel dan toch mijn hoop op de belangrijkste influencers voor onze jeugd: ouders en leerkrachten.
Hoi Ben,
Weer een mooie kronkel. Carmiggeltwaardig
groet,
Wouter
Carmiggeltwaardig.
Carmiggelt is een van mijn oude helden, dus hier doe je me een plezier mee. Dankjewel.
Leuk opgebouwd je column, die verschillende stukjes werken goed op die manier.
Mooi gedaan.
Fijn om dit van een doorgewinterde schrijfcoach te horen. Beste lezers: kijk even op haar website: http://www.dewoordenproeverij.nl. Van harte aanbevolen.
In het verkeer lijkt het wel alsof mensen veranderen. Misschien zijn ze in het dagelijks leven heel aardig maar in het verkeer merk je daar niet veel meer van.
In een periode waarin ik in korte tijd vijf dierbaren was verloren liep ik verdrietig over straat. Bij een zebrapad stak ik over, er kwam geen verkeer aan. Plotseling geeft een dame die aan de overkant van de weg geparkeerd stond met “haar neus” de verkeerde kant op gas, schiet de weg op en rijdt mij bijna aan. Ik kon nog net op tijd wegspringen. Nou heb ik van nature een gezicht dat boekdelen spreekt. Dus als ik schrik, niet blij ben of juist wel, dan zie je dat heel duidelijk op mijn gezicht. Ik keek haar kennelijk niet zo vrolijk aan en steek zonder wat te doen of zeggen het zebrapad verder over, blij dat het goed was afgelopen. Ze doet haar raampje open en roept mij na:” wat heb jij een chagrijnige rotkop, kutwijf”, Ik draaide me om en schoot in de lach, te verbaasd om boos te worden en ik was me ervan bewust dat ik die dag inderdaad niet vrolijk keek. “ U heeft gelijk mevrouw “.
Ik geloof niet dat ze deze reactie verwacht had, ze reageerde niet meer en deed haar raampje dicht. In een flits zag ik een jong kind naast haar in de auto zitten. “Goed voorbeeld“ dacht ik nog bij mezelf. Ik heb deze woorden maar niet uitgesproken, geen olie op het vuur gooien. Wel weer een voorbeeld van de omgekeerde wereld. Zij reed mij bijna ondersteboven en wordt boos op mij. Ach wie weet heeft ze een moeilijke jeugd gehad of zat ze in eenzelfde situatie als ik. Ik herinner me de wijze woorden van een collega “misschien is haar fietsje vroeger gepikt”. Hopelijk geeft het kind in de auto met getuite lipjes kusjes aan iedereen die dat nodig heeft.
Misschien is vroeger haar fietsje gepikt. Tja…
Ik bewonder je rust en je beschaafde reactie. En inderdaad: we zullen onze hoop moeten stellen op dat kind naast haar. En als dat kind later ook hufterig gedrag vertoont, dan weten we hoe het komt.
Het lijkt inderdaad of het huftergehalte in deze maatschappij toeneemt. Met name in het verkeer, in voetbalstadions of op sociale media is haat en agressie vaak niet van de lucht. Waar komt dat toch vandaan? Zou het misschien komen, omdat er zelfs in de Tweede Kamer in Den Haag een paar ongelofelijk hufters rondlopen? Deugen de voorbeelden niet meer? Gelukkig zijn mijn ervaringen voor het merendeel zeker positief. Het aantal vriendelijke, prettige en hulpvaardige mensen in lastige situaties vormt een overweldigende meerderheid. Laat dat in godsnaam zo blijven. Er is hoop!
Vriendelijke, prettige en hulpvaardige mensen vormen ‘een overweldigende meerderheid’. In mijn blog beschrijf ik twee lammelingen. De reacties eronder bevatten in overweldigende meerderheid positieve verhalen. Verhalen die laten zien dat het ook anders kan. Ook dat geeft hoop.
Herkenbaar Ben! Ik krijg altijd hetzelfde gevoel als ik Poetin op tv zie oreren – of is hij nog precies dat kleine jongetje dat, net als vroeger, zijn zin niet krijgt?
Ik hoop dat ons zoontje ook voor altijd zijn lieve gewone zelf blijft 🙂 we doen ons best!
Ik heb er alle vertrouwen in dat jouw zoontje ‘voor altijd zijn lieve gewone zelf blijft’. Jij bent als moeder zijn ‘Grote Influencer’, komt vast goed.
Als moeder maak ik me soms zorgen over mijn jongens en hun gedrag. Maar mijn zoon, destijds 13 of 14 jaar, vertelde dat hij een oudere mevrouw geholpen had. Zij was door eigen toedoen, met haar fiets gevallen.
Hij was naar haar toe gegaan en had haar helpen opstaan. Blijkbaar waardeerde zij dat, want ze vroeg of hij voetbalplaatjes spaarde. Hoewel de plaatjes voor haar kleinzoon bedoeld waren, kreeg hij een stapeltje plaatjes.
Ik ben trots dat hij deze dame geholpen heeft en waardeer de leuke reactie van haar.
Zo zie je maar, wat je erin stopt komt er uiteindelijk ook wel weer uit.
Wie goed doet, goed ontmoet.
Het begint met de hulpvaardige opstelling van je zoon. Daar mag je trots op zijn. En hoe fijn is dan die warme reactie van die mevrouw. Het geeft jouw zoon een ervaring mee die hij zijn leven lang meeneemt: deugen loont.
Onderweg zijnde zie je het huidige maatschappelijke verkeer.
Vaak gaat het goed maar de kleinzieligheid en grofheid die je tegenkomt!! En daarbij zien m.i. overwegend veel mannen hun auto (een trendy model veelal van hun baas of lease company) als een virtuele verlenging van hun geslachtsdeel. Ik heb een jonge klassieker die het altijd doet, hoef niet voor te dringen of harder te gaan dan mag of een onverwachte slinkse bypass te nemen om drieënveertig en een halve seconde eerder mijn bestemming te bereiken.
En… ik stop voor invaliden, jonge kinderen en eendjes.
Mooi doorééngeweven, Ben, de hufterigheid en de onschuld. Het zal altijd wel een raadsel blijven hoe een mens die onschuld verliest en het vermogen tot behoedzaamheid en empathie.
Tussen Ruinerwold, waar ik woon, en Meppel bevindt zich een fietsonderdoorgang. Een gevaarlijk punt want aan het einde van de tunnel buigt de weg scherp naar rechts. Je ziet -als je linksaf wil slaan, het tunneltje in- dus niet of zich daar voetgangers of verkeer (fietsen, elektrische fietsen, brommers of snorfietsen) bevinden. Omgekeerd -als je van de andere kant het tunneltje inrijdt of -loopt- zie je niet wat zich rechts op het fietspad bevindt. Dit heeft geresulteerd in menige aanrijding. Reden waarom ik daar altijd drie keer hard belde en inmiddels maar afstap, een paar passen de berm inloop en voorzichtig om het hoekje kijk.
Afgelopen week was het weer zover, met ernstiger gevolg, Twee brommers die allebei -zo luidt het verhaal- oortjes in hadden en ondertussen druk aan het appen waren. Ze keken allebei niet op of om en knalden op elkaar. Eén kwam er met schaafwonden vanaf, de ander ligt al bijna een week in coma. Of hij hersenletsel heeft is nog niet duidelijk. De bittere ironie wil dat ze behoren tot dezelfde vriendenkring. Jongens van iets in de twintig.
Meer onoplettendheid dan opzettelijke hufterigheid maar op zo’n gevaarlijk punt is het misschien wel hufterig om niet extra oplettend te zijn!
Al is er ook wat voor te zeggen dat het een vorm van hufterigheid is dat de overheid deze gevaarlijke situatie heeft gecreëerd en laat bestaan. Er zijn – zeg je – door de jaren heen al veel ongelukken gebeurd. Waarom geen spiegels of andere maatregelen om dat verkeerspunt veiliger te maken?
Hufterigheid is van alle tijden, maar het lijkt toe te nemen, zeker als je toevallig op de plek bent waar zich dat afspeelt. Kleintjes worden groot en denken dikwijls alleen aan zichzelf, totdat zij zo groot zijn en zich ook weer gaan ergeren aan de hufterigheid van anderen.
Laten we hopen dat ze dan ook aan hun eigen hufterigheid denken en hun kinderen een beetje aandacht en respect voor elkaar bijbrengen.